Suak kon nog een kwaadwillige, die met een karabijn van een der gesneuvelden wegliep achterhalen, legde hem neer en bracht de karabijn terug. Hulde aan de 9e brigade van de 5e divisie van het Korps Marechaussee. Helaas was de zege duur gekocht. Een dapper officier, Kapitein Paris en 5 flinke jongens hadden het leven gelaten, terwijl 6 minderen zwaar en zes licht gewond werden. 15 April 1926 marcheerde de le Luitenant der Infanterie A. E. Batten met 1 brigade Marechaussee (Brigadecommandant ser geant 2e kl. Pontö) van Bakongan af met opdrachtdekking van de telefoonwerkzaamheden te Sibadeh. Het was den patrouille-commandant bekend, dat eenige dagen te voren 13 Atjehers uit Sibade gwaren uitgeweken en hij was dus extra op zijn qui vivemarschvorm met tweeën en zoodra het terrein daartoe aanleiding gaf, de karabijn vaardig. Ter hoogte van O. Poelo Rajeu riep één der voor den Luite nant loopende marechaussee „itoe, itoe" en de kogels vlogen reeds in de aangeduide richting. De dappere aanvallers telden het vuur niet en vlogen met hun klewangs zwaaiende onder het uitstooten van hun strijdkreet „La-illaha-illaha" tegen het vuur op de brigade in, die door het elan, waarmede de aanval werd uitgevoerd, een oogenblik van den weg werdafgedrongen, maar de aanvallers hadden de krachtvan dejgoedgesloten dappere brigade onder een kranigen aanvoerder onderschat. 11 van de 13 aanvallers beten in het zand. Ons kwam de aanval te staan op 4 zwaar en 4 lichtgewonden. „Ik telde 17 karabijnen en miste er dus geen één," schrijft Batten, die zijn brigade uitstekend had aangevoerd en persoonlijk het goede voorbeeld had gegeven met trots. Het bleek later dat de aanvallende bende had bestaan uit 13 Atjehers, die bloedwraak wilden nemen over den dood van T. Mauloed op 20 Maart t. v. in Kroeëng Batéë neergelegd. De geheele brigade heeft zich zonder uitzondering kranig ge dragen en allen hebben zonder de minste aarzeling stand ge houden tot de aanval was afgeslagen. In verband met de groote uitgestrektheid, waarover zich het verzet openbaarde, werden de landschappen Troemon en Kloeët 330 Voor een volledige beschrijving van het gevecht wordt verwezen naar voorbeeld No. 118 Voorbeeldenboek V.P. T. L. Voor een uitvoerige beschrijving van het gevecht wordt verwezen naar No. 103 van het Voorbeeldenboek V. P. T. L.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 56