en begroeing liet geen breedere opstelling toe, en alles speel de zich zoo vlug af dat de achterste brigade geen tijd had tot opmarcheeren) en het gevecht zoodoende alleen is gevoerd geworden door den Luitenant, sergeant Kars, 6 man van de spits en Sarewating. Zwaar had het kleine troepje het te verantwoorden. Luitenant Klaar, die door het geven van commando's en het verlichten van net voorterrein met zijn electrische lantaarn de speciale aandacht trok, werd door 4 man tegelijk aangevallen, legde een hunner neer en zou zelf het slachtoffer van een klewanghouw van een 2e aanvaller zijn geworden, als de Marechaussee Sarewating den houw niet met zijn karabijn had opgevangen, den aanvaller met de klewang neergelegd en aldus zijn commandant het leven redde. Zelt kreeg de brave nog een houw op zijn rechterschouder De aanval was afgeslagen. 6 kwaadwilligen waren neergelegd terwijl onze verliezen waren 2 gesneuvelde marechaussee's, 1 zwaar en 6 lichtgewonden waar onder de Commandant. Bij het door den Troepen-commandant gehouden onderzoek is gebleken dat Tjoet Ali zich met 16 volgelingen en 3 vrouwen inderdaad in de aangewezen woning had opgehouden Hij zond 1U man terug naar den grooten weg en deze stootten na een paar honderd meter te hebben afgelegd, op de patrouille en gingen onmiddellijk tot den aanval over dappere kerels. Bij het rapport teekent Kapitein Behrens nog aan „dat ik met het optreden van den patrouille-commandant geheel accoord ga en den indruk heb gekregen, dat hij en allen, die aan het gevecht deelnamen, zich zeer goed hebben gedragen". Uitgewekenen uit de gampongs Kroeëng Loeas en Pintoe Rimba hadden onder een rijk en invloedrijk man Tg. Poetih als aan voerder, in het Troemonsche een nieuwe bende van 60 man gevormd. - „'9d |uni 1926 rukte de Troepen-commandant Kapitein H Behrens met 3 brigades Marechaussee (6e divisie) van Ladang-Rimba te 5 uur 's morgens uit. aanbreken van den dag werd nabij kampong Natja een tiental Atjehers ontdekt, die in de vrij hooge alang2 aan de Zuidzijde van den weg verdwenen. Bij de doorzoeking door een der brigades onder Luitenant Batten sprongen drie met klewang en rentjong gewapende Atjehers uit de alang te voorschijn en stormden op de brigade in Zii werden buiten gevecht gesteld ten koste van 5 licht gewonden Systematisch werd het terrein doorzocht en door het oordeel kundig gebruik van de karabijn bij iedere verandering van richting door de doorzoekende brigade werd eerst een salvo

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 60