den daarin genestelden vijand geruimen tijd werden opgehouden
konden zij niet voorkomen, dat een 12-tal vijanden aan de
achterzijde van de missigit door de de bandjirrende Kroeëng
Loeas ontvluchten.
Ook hier gaven weer eenige eenvoudige Marechaussee's het
goede voorbeeld toen een oogenblik aarzeling ontstond bij het
voorwaarts gaan tegen de zich ten doode gewijd hebbende, met
doodsverachting aanvallende verzetslieden
De Amboineesch Marechaussee le klasse Burnama No. 73671
sprong onvervaard vooruit en kwam het eerst in contact met een
drietal vijanden, die vlak voor hem inde alang2 verborgen waren;,
het goede voorbeeld miste zijn uitwerking niet; de brigade volgde
dadelijk.
Ook de aanwijzing van den Menadoneesch Marechaussee Kali-
gis No. 79026: „Mana lobang, ajo madjoe"terwijl hij voos zijn
brigade sprong had het gewenschte gevolg.
Door de zeer oordeelkundig en beleidvol getroffen maatregelen
van den Commandant en de kranige uitvoering van zijn troep,
werd den fanatieken vijand een verlies van 18 dooden, waaronder
de verzetsleider toegebracht, terwijl aan onze zijde slechts 2 mi
litairen onbeduidend gewond waren.
Het belangrijke succes op 19 Juni en 1 Juli behaald,
had indruk op den vijand gemaakt; het overige gedeelte van de
bende Troemon kwam zich melden. Het verzet in het landschap
Troemon was gebroken.
In het landschap Kloeët zwierf nog steeds de verzetsleider
Tjoet Ali rond. Panglima van den beruchten T. Ben Blang Pidië
paste hij de oude tactiek der Atjehers toe:onze troepen ontwijken
zoolang hij zich de mindere voelde, maar het geschikte moment
afwachtende om zijn slag te slaan.
Veel kans kreeg hij niet, waar Kapitain Behrens de leiding had,
die krachtig werd gesteund door zijn patrouille-commandanten;
w. o. de Kapitein V. Gosenson.
Een zeer actieve patrouillegang werd ingesteld, veel rust kon
de troepen niet gegeven worden en een zware wissel werd getrok
ken op energie en doorzettingsvermogen van aanvoerders en troep.
12 Juli gelukte het een patrouille onder den Luitenant P. W.O.
Schreuders deze bende een verlies van negen dooden toe te
brengen, waarbij een Amb. Ziekenverpleger sneuvelde en twee
minderen werden gewond.
Bevreesd voor verraad wil Tjoet Ali geen nieuwe bendeleden
aannemen, indien zij niet van te voren een vijandige daad tegen
de Kompeni hebben bedreven. Een 12-tal gamponglieden onder
T. Nagoer en T. Kanm, zoon van den verzetsleider uit vroegere
jaren T. Ben Blang Pidië, van plan zich bij Tjoet Ali aan te
sluiten, zullen dit bewijs leveren en doen in den nacht van 10/11
334