in de 3 en 9 Moekims, in de Moekim Kerkoen en bij Ateuh
ten Oosten van Tjot Iri.
Naar Atjehsche berichten hebben de Marechaussees zóó hande
lend verschillende vijandelijke aanslagen verijdeld.
Intusschen was ook een aanvang gemaakt met wijziging van de
bestaande marschvormen en gevechts-theorieën, naar de voor
schriften als in het hoofdstuk „Indeeling" hierboven is aange
geven. Aan de Marechaussee werd geleerd dat de karabijn alleen
in hooge nood of tegen een reeds vluchtenden vijand mocht
worden gebruikt, teneinde nog kans te hebben de vluchtelingen
in handen te krijgen doch dat de klewang het hoofdwapen was
en men den vijand immer te lijf moest gaan. In den aan
vang zelfs werd door den Commandant gelast de patronen in den
gesloten patroonzak te houden en zoo het gevecht te beginnen.
Later zijn ook eenige brigades ter overrompeling van bende-
hoofden met hun gevolg, uitgezonden zonder karabijn, om hun
te Ieeren zich krachtig te gevoelen op hun klewang alleen.
De weldra gevolgde grcote gebeurtenissen, die bijkans iedereen
vermoedde of duchtte en die onze politiek voor de zooveelste
maal in een nieuwe phase zou brengen, schonken de gelegen
heid om het korps voor de eerste maal in zijn geheel praktisch
en met glansrijk succes aan te wenden.
In het begin van 1894 werd op een voorstel van schrijver
dezes (G. Graafland, Ceen weg gekapt in de verlaten kampong
Niroen, aanvangende op circa 870 M. van Lambarih en weder
op den Anak-Galoëng-dijk uitkomende bij blokhuis Blang Tjoet. Dat
was reeds een enorme verbetering en tevens een eerste stap in de
tactische richting door schrijver altoos voorgestaan „vermijd open
terrein en zoek als regel uw kracht in het bedekt terrein". Die
maatregel heeft ons hoogstwaarschijnlijk tientallen gewonden
gespaard, maar bleef nochtans slechts een eerste stap in de goede
richting.
Een tweede tactische verbetering was de eveneens door schrij
ver voorgestelde maatregel om de aflossing en transporten ge
durende den nacht te zenden, als wanneer het vijandelijk vuur
door de duisternis werd geneutraliseerd
Ook dit hielp, maar werd niet bestendigd, omdat de troepen
schuw waren voor nachtelijke tochten en ook onvoldoende ge
oefend waren voor nachtelijke excursies.
En een derde maatregel was het aanleggen van een bedekten
weg langs de Noordzijde en voor het laatste stuk langs de Oost
zijde van den Anak-Galoëng-dijk, (dus langs de zijde waar wij
zelden of nooit beschoten werden)en welke weg 1,5 M. lager
dan de bovenkant van den dijk lag. Het middel was goed, maar
onze soldaten dekken zich ongaarne bij beschieting uit de verte
en wijl hun met helmen gedekte hoofden boven den dijk uit-
355