herhaal wat ik u reeds dikwijls leerde: De vijand steunt op zijn uit loopgraven en verschansingen af te geven vuur. Wanneer gij u daarom slechts niet bekommert en hem stoutmoedig met den klewang te lijf gaat, nergens stelling neemt, maar als vast besloten op hem aanrent, zonder uwe karabijnen te gebruiken, dan zult gij de trompen hunner geweren hoe langer hoe hooger zien gaan en de kogels telkens hooger over u heen hooren fluiten. Maar dan mag er ook geen oogenbiik aarzeling zijn in den aanval. Gij moet verder attaqueeren in lange, dunne liniën, en eraan denken dat, zoo gij veel verliezen lijdt, dit uw eigen schuld is, omdat gij dan niet snel genoeg gestormd en misschien te dicht naast elkaar geloopen hebt. Indien gij op elkander aansluit, beschouw ik zulks als een teeken van lafheid Zoodra ik „Marechaussee" roep, moet gij dien kreet luid herhalen, met den klewang over het hoofd zwaaien en als dollen op de Atjehers instormen. Gij moogt u niet be kommeren om hen die vallen, want daarvoor zal de reserve zorgen, indien gij slechts altoos naar den vijand toe de beweging voortzet. Wie schiet, zonder vergunning van zijn luitenant, zal worden gestraft. Alles moet geschieden met den klewang. De Atjehers moeten vandaag bang worden voor uw klewangs. En zoo ge met den klewang alleen vecht zal ik tevreden zijn, maar trotsch zal ik zijn indien gij mij de bewijzen kunt geven van uw vijanden met de handen te hebben aangegrepen en gedood. De ware moedige durft ook zonder wapens zijn vijand aan. Ik reken er op dat ik vanavond rapport ontvang van tallooze gedoode vijanden want dan weet ik dat gijlieden weinig verliezen zult hebben geleden. Durft gij naar mijn voorschriften handelen Durft gij op uw klewangs vertrouwen Zult gij den aanval doorzetten, dien ik zal bevelen? Durft gijlieden dat te bezweren „Brani soempah," klonk het dof uit de keelen der aangetreden Marechaussee's „Afmarcheeren commandeerde de commandant. Én zonder verdere bevelen zetten de brigades zich met hun snel marschtempo achtereenvolgens in bewegingsloten zich de buiten het hek van het marech.-kampement gereed staande koelies en dragers er bij aannamen de officieren hunne plaatsen in de colonne in en ging het langs den hoofdweg naar het station van Koeta-Radja. Uit alle woningen, die het Korps langs trok, klonk een vrien delijk „succes" den troep achterna. Dames, kinderen, bedienden, de zich op den straatweg bevindende personen allen keken met belangstellende blikken en niet zonder een gevoel van beklemdheid het flinke troepje na, dat zulks voelde een ieder, al was het ook niet publiek g:wordenstraks zich meten zou met den vijand en van welks dóórzetting voor een groot deel zou afhangen of ons zoo jammerlijk gehavend prestige zich weder zou herstellen. En iets 361

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 91