3. ENKELE HERINNERINGEN AAN DEN SOLDATEN- PASTOOR H. VERBRAAK. door J. C. HEYNEN. Oud-brigade commandant der Marechaussees. Als wij herinneringen uit de laatste veertig jaar ophalen en dat doen we nu zeker nu we staan aan den vooravond van het veertigjarig jubileum van het korps marechaussee van Atjeh, dan kan het niet anders of ook de figuur van den soldaten-pastoor H. Verbraak komt ons voor den geest. Zij die het voorrecht hebben gehad met dezen eenvoudigen priester, waarop de Katholieke Kerk met recht trotsch mag zijn, persoonlijk kennis te maken, zullen hem wel nimmer vergeten, en al is zijn stoffelijk overschot reeds twaalf jaren aan den schoot der aarde toevertrouwd, nog immer wordt zijn naam door het Indisch leger van heden en door degenen die dat leger sedert lang met pensioen of paspoort hebben verlaten, met eer bied uitgesproken en herdacht. Met zekerheid mag worden verondersteld, dat gedurende de vele jaren dat pastoor Verbraak de Katholieke Kerk te Koeta Radja heeft vertegenwoordigd er geen enkel persoon in dat gewest aanwezig is geweest, die zoo algemeen bemind en geëerd is door officieren en minderen van alle gezindten dan deze eenvoudige priester. Den eerbied en hoogachting welke dezen priester van allen die met hem in aanraking waren gekomen of van nabij kenden, genoot, was ten volle verdiend, want nimmer nog heeft de ge schiedenis iemand gekend, die zooveel voor den soldaat van het Indisch Leger heeft gedaan, dan hij, Pastoor Verbraak. In de ruim dertig jaren van zijn verblijf in Atjeh heeft deze priester aan duizenden gewonden en stervenden de troostmid delen der Kerk gebracht. Vooral in de jaren 1896 en 1897 na den afval van den beruchten Toekoe OEMAR, toen avond na avond volle treinen met gesneuvelden en gewonden het Hospi taal te Koeta Radja binnenreden, had hij het bijzonder druk. Bij het binnenrijden van den trein stond hij reeds te wachten en niet zoodra waren de gewonden in de zalen binnengebracht of de pastoor was er bij om hen te troosten en hun leed te verzachten. Het was soms reeds heel laat in den nacht als hij het hospitaal verliet. 288

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 10