ons nog een heerlijken tocht langs Atjeh's Westkust, voor het
grootste gedeelte der deputatie, ritmeester Hekker incluis, zeer
bekend terrein. Respectievelijk werden Tjalang, Meulaboh (met
feestelijk onthaal ten huize van den Heer OranjeDjeuram en
Blang Pidië bezocht. Van uit dit laatste bivak ging het
per auto naar Tapa-Toean en vandaar nog een heel eind naar
het Zuiden langs de z g. „tangga besi" tot in de buurt van
Teureubangan, waar onze brave makker Molenaar den dood
vond. Daarna werd de terugtocht naar Tapa-Toean onder
nomen, alwaar na een kampementsinspectie door den Legercom
mandant wederom een schitterend onthaal plaats vond ten huize
van den detachementscommandant tevens fd. Controleur, den
kapitein der Infanterie A. L. Gortmans. Van Tapa-Toean ging
het via Bakongan, waar eerst de troepen werden ontscheept naar
Troemon, alwaar de Legercommandant ondèr leiding en voor
lichting van kolonel Snell het gevechtsterrein te Kroeëng Batèë
bezichtigde. De zelfbestuurder van Troemon had voor communi
catiemiddelen gezorgd. Toen ging het terug naar Bakongan al
waar na een kampementsinspectie ten huize van den Divisie-
commandant tevens fd. Controleur, den kapitein der Mar.
H. M. Blogg de afscheidsmaaltijd plaats had. De gedachte
dat dit ons laatste samenzijn was met de Atjehsche makkers
stemde ons allen droevig, ofschoon de dames en onzen gastheer
al het mogelijke deden om bij ons de gedachte aan het naderend
afscheid te verdrijven. Doch ten lange leste brak het gevreesde
moment aan en moesten wij ons na een hartelijk afscheid in de
gereed liggende prauwen inschepen en ons naar boord begeven.
Het was een roerend afscheid, want het beteekende voor ons
tevens het afscheid van Atjeh en iedereen die daar korter of
langer geweest is weet wat dat beteekent. Z. E. de Legercom
mandant gaf daar in zijn afscheidsrede aan tafel zoo duidelijk
Tot aan boord uitgeleide gedaan door den Gewestelijk Militair
Commandant, den Heer Oranje en kapitein Blogg, werden daar
de laatste handdrukken gewisseld en dank betuigd voor al het
genotene, waarna genoemde heeren met de terugkeerende prauw
medegingen en ons met onze herinneringen achterlieten. Kolonel
Riinders en de Heer Oranje zouden zich den volgenden dag
naar Tapa-Toean begeven om van daar per K. P. M. stoomer
naar hunne standplaatsen terug te keeren.
Het moet ons nog van het hart om hier te memoreeren de meer
dan loffelijke wijze waarop de bivakcommandanten aan de West
kust en speciaal die te Tapa-Toean en Bakongan de gevallen
makkers hebben geëerd. De kerkhoven aldaar waren schitterend
onderhouden en getuigden van veel piëteit tegenover de geval
lenen. Hulde.
De Heer Ham bracht ons met zijn schip via Nias, waar de
Legercommannant het kampement te Goenoeng Sitoli inspecteerde,
430