Punt 14 van bijlage III A.V.O. geeft aan, dat teneinde de ver pleging en de verzorging van de troepen niet in gevaar te brengen, de voertuigen enz. met verplegingsbehoeften, bagage enz. niet mogen worden opgehouden. Zulks wil natuurlijk niet zeggen, dat de hulpleiders niet zouden mogen ingrijpen, wanneer de troepencommandant b. v. aan de beveiliging van zijne treinen geen zorg heeft besteed of bedoelde treinen zich verplaatsen zonder rekening te houden met den tactischen toestand. Hetzelfde geldt ten aanzien van de verbindingsmiddelen, zooals telefoon lijnen. Vernieling daarvan is niet geoorloofd; de hulpleider kan echter aangeven, dat zij tijdelijk buiten werking worden gesteld. 6. Zal veelal het beoordeelen van verliezen door mitrailleurs, infanterie en cavalerie kunnen worden verkregen door een per soonlijk onderzoek bij de tegenpartij, moeilijker wordt het als het artillerievuur betreft. Een geheel afdoende oplossing is hier voor nog niet gevonden. Het meest juiste zou zijn, indien de hulpleiders volledig op de hoogte waren van de vuuropdrachten van de vijandelijke artillerie, doch zulks zal veelal niet doenlijk zijn. Voor het oogenblik schijnt voor onze omstandigheden nog de minst bezwaar lijke oplossing, dat indien, naar de meening van den betrokken hulpleider, de mogelijkheid op artillerievuur niet uitgesloten schijnt en inderdaad ook artillerievuur wordt gehoord, door den hulpleider wordt beslist, dat de troep onder artillerievuur staat c. q. onder aangeven van de optredende verliezen. Wel is waar zal dan de vijandelijke artillerie veelal een grootere uitwerking worden toegekend, dan in werkelijkheid het geval zou zijn geweest, doch deze consequentie dient te worden aanvaard. Men vergete daarbij niet, dat artillerie de beweging van infanterie vertragen en verliezen kan veroorzaken, doch dat zij die beweging niet kan stuiten, zeker niet met hare beperkte middelen in den bewegingsoorlog. Dit punt wordt inmiddels nog nader overwogen. Het bij wijze van proef toevoegen van moordslagen aan de artillerie bij de groote manoeuvres, heeft niet gegeven, wat er van verwacht werd, en dat voor een niet gering deel door de te groote zuinigheid in het gebruik ervan. Toch heeft een hoorbaar artillerievuur groote voordeelen. In de eerste plaats geeft het den hulpleiders aanwijzingen, maar ook geeft het den troep aan beide zijden een meer dan tot dusverre gevestigden indruk, dat de artillerie een woordje meespreekt. 7. Bij de toepassing van voorstellingen worden in het buitenland verschillende methoden gevolgd. In de eerste plaats die, waarbij de plaats waar het vuur vandaan komt, wordt aangegeven, verder waarbij wordt aangegeven waar de projectielen inslaan, terwijl ten slotte ook een combinatie van beide methoden toepassing vindt. 437

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 21