Eerstgenoemde methode wordt als regel gebezigd voor het
aangeven van infanterievuur (korte afstanden) waarbij het er voor
den troep op aankomt de plaats op te sporen waar het vuur van
daan komt. De tweede methode vindt meer toepassing voor het
aangeven van het artillerievuur en het mitrailleurvuur op groote
afstanden, waarbij het voor den troep van belang is te weten,
waar het vuur ligt. De combinatie van beide methoden komt
uiteraard de uitbeelding van de werkelijkheid meer nabij.
In Engeland wordt een systeem toegepast, waarbij artillerie
vuur wordt voorgesteld door gekleurde schijven in vereeniging
met heliotropen van dezelfde kleur.
Hiermede kan dus worden aangegeven, op welke terreindeelen
het vuur ligt (schijven) en welke afdeelingen zich onder dit vuur
bevinden (beschijning). Het bedieningspersoneel dient daartoe in
verbinding te staan met de betrokken artillerieafdeeling.
Het zal zich als regel kunnen opstellen in de voorste lijn der
infanterie van waaruit ook de artilleriewaarneming bij voorkeur
geschiedt.
Ook in de Duitsche literatuur wordt een dergelijke methode
van vuurvoorstelling aanbevolen. Men acht een uitbeelding van
het schieten zelf van weinig beteekenis, omdat het weinig in
druk op den troep maakt en omdat ook niet beoordeeld kan
worden op welke afdeeling het gericht is.
Bij ons is het gebruik van heliotropen voor de mitrailleurs en
artillerie aangegeven in A. V. O. punt 85. In combinatie met schijven
en moordslagen (welke het inslaan van de projectielen dienen
aan te geven) zou wellicht een bevredigende oplossing van het
vraagstuk kunnen worden gevonden.
Aan het gebruik van heliotropen kleeft echter het nadeel, dat
zij alleen kunnen worden gebruikt wanneer de zon schijnt.
Instede van heliotropen zou wellicht een lamp kunnen worden
gebruikt zooals in het Nederlandsche leger werd ingevoerd,
(vuurvoorstellingslamp).
8. De aanwijzingen van de hulpleiders moeten tijdig worden
bekend gesteld. Hiervoor is het noodig, dat de hulpleiders den
zich ontwikkelenden toestand trachten vooruit te zien en dat zij
een oordeelkundige standplaats kiezen. Het zal b. v. niet mogen
voorkomen, dat de troepen na een verrichten aanval worden
teruggestuurd naar hunne oorspronkelijke opstellingsplaats, om
dat de hulpleider zijne beslissing, dat de aanval onder de gegeven
omstandigheden onuitvoerbaar is, te laat bekend stelt. Dit in de
oogen van den troep doelloos heen en weer loopen verwekt on-
noodige ontstemming, werkt verslapping in de hand en werkt
moreel en lichamelijk uitputtend.
Men doet in een dergelijk geval beter, zware verliezen op te
leggen of de betrokken afdeeling buiten gevecht te stellen.
438