9. De taak van de hulpleiders ingedeeld bij de artillerie (mi
trailleurs) omvat o. a. het controleeren van -vuurgegevens, ten
einde na te gaan of het met het vuur beoogde resultaat ook
inderdaad wordt bereikt. Het nut en de uitvoerbaarheid van
deze taak is door enkelen in twijfel getrokken. De vuurgegevens
te controleeren is echter bepaald noodig. Doet men dit niet,
dan ontstaat de neiging, zooals in vroegere jaren is waargenomen,
dat over de uitvoering der commando's wat losjes heen wordt
geloopen en voordat die uitvoering geheel af is, aangenomen
wordt, dat de vuursteun is verleend, hetgeen tot slordigheid en af
wijken van hetgeen de werkelijkheid zou vertoonen, aanleiding geeft.
Controleert de hulpleider de gegevens, zij het ook slechts in hoofd
zaken, dan voorkomt men dit. Dit controleeren in hoofdzaken
nu is mogelijk gebleken, ook zonder dat daarvoor een uitgebreide
verbindingsdienst in het leven behoeft te worden geroepen. Het
is b. v. niet onmogelijk contröle uit te oefenen, op de afstan
den waarop gevuurd wordt en het oriënteeren, zoodat daarin
eventueel gemaakte fouten in rekening kunnen worden gebracht.
Ook is contröle noodig of geen opdrachten worden gegeven
waarvan de vervulling onmogelijk is, hetzij door gemis aan waar
nemingsmogelijkheden, hetzij doordat geen of geen voldoende
voorbereidingen zijn getroffen, hetzij dat de minimumafstand
het vuur zou beletten.
In elk geval maakt het besef, dat er contröle bestaat, reeds
dat de factor tijd z. v. m. tot de juiste maat in rekening komt.
10. Ten slotte moet bij de beoordeeling van den tactischen
toestand ook aan de moreele invloeden, zoo mogelijk waarde
worden toegekend (plotselinge aanvallen uit de lucht, vuurover-
vallen). Zonder dat ernstige verliezen worden geleden kan het
moreel worden aangetast. Niet steeds moet dus, zooals voorheen
dikwijls geschiedde, de getalsterkte beslissen over den uitslag
van het gevecht.
11. Niet genoeg kan er op worden gewezen, dat voor het
nemen van juiste beslissingen, een volledige kennis van de ge
vechtsomstandigheden bij beide partijen, althans op het front
gedeelte waar de hulpleider is ingedeeld, een allereerste vereischte
is.
De gegevens betreffende de blauwe partij kunnen bij deze
partij worden verkregen. Zooals in punt 7 van bijlage 111 A.
V. O. is aangegeven, wordt de hulpleider daartoe door de betrokken
troepencommandant volledig ingelicht. Zulks dient als regel
plaats te hebben door den hulpleider een afschrift (doordruk)
te geven van elk schriftelijk (gedicteerd) bevel, tegelijkertijd
met de uitgifte daarvan en hem voorts zoo spoedig mogelijk
inzage te geven van alle inkomende berichten en bevelen. Zoo
mogelijk wordt de hulpleider al dadelijk in kennis gesteld met