behoeven, daar het verloop van de oefening van den aanvang af vrijwel is te overzien. Indien mogelijk verdient het aanbeveling, dat de leider te voren de te houden oefening met hulpleiders in het terrein zelf bespreekt. Bij oefeningen welke meerdere dagen achtereen duren, is het niet wel doenlijk alle aanwijzingen en bevelen reeds bij het begin van de oefening te verstrekken. Het verloop van een dergelijke oefening is immers moeilijk te overzien, wanneer men den commandant der Blauwe partij de vrijheid van handelen laat, welke hem toekomt. Ofschoon de lei ding zich wel een plan dienaangaande zal hebben gevormd, welk plan dient gebaseerd te zijn op den beschikbaren tijd en ruimte en andere plaatselijke omstandigheden (onbegaanbaarheid van het terrein; waar men de oefening denkt te eindigen; enz.) zal het toch niet mogelijk zijn, te voren, verder strekkende aan wijzingen dan voor den eersten dag te geven, zonder vooruit te loopen op het initiatief van de te oefenen partij. 12. Verder is het, in het bijzonder bij oefeningen op groote schaal, voor de leiding niet doenlijk, om gedurende de oefening alle hulp leiders bij voortduring op de hoogte te houden van den stand van zaken bij de roode partij. Nog gezwegen van het feit, dat daartoe de leiding over een zeer uitgebreiden staf zou moeten be schikken, zou daarenboven een sterk ontwikkeld verbindingsstel sel noodzakelijk zijn. Verbindingsmiddelen kunnen echter slechts op bescheiden schaal worden toegemeten. Immers in de eerste plaats dient de verbindingsdienst bij de troepen en wel voornamelijk bij de blauwe partij in orde te zijn. Waar nu het personeel en materieel voor den verbindings dienst slechts op beperkte schaal beschikbaar is, zal men dus voor den hulpleidersdienst zijn eischen minder hoog dienen te stellen. In de praktijk zal het er derhalve op neerkomen, dat de ge gevens betreffende de roode partij door de leiding slechts ten deele en vaak met groote tusschenpoozen zullen kunnen worden verstrekt. In den regel geschiedt zulks door dagelijks aanwijzingen voor den volgenden dag te verstrekken. Deze aanwijzingen dienen uiteraard een volledig overzicht te bevatten van den toestand bij beide partijen. Om echter toch bij voortduring zooveel mogelijk ingelicht te blijven omtrent de handelingen bij de roode partij en den hulp leidersdienst zoo goed mogelijk te doen functioneeren, zullen de hulpleiders zich persoonlijk op de hoogte moeten stellen van den toestand bij de tegenpartij althans voor zooveel zulks van belang is voor het troependeel of het front, waar zij zijn inge deeld. 441

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 25