Het masker past, wanneer: a. de fouten hierboven genoemd zich niet voordoen. b. de oogen zich iets boven den horizontalen diameter der oogglazen bevinden. G. De beproeving van het gasmasker A. bij het Neder- landsch-Indische Leger. In verband met de urgentie van het gasmaskervraagstuk en de groote technische moeilijkheden, welke aan de vervaardiging van gasmaskers verbonden zijn, in het bijzonder voor een fabrikant, die nimmer dit artikel eerder vervaardigd heeft, werd besloten voorloopig slechts één taillemaat van het masker te doen aan maken, nl. de grootste taille, No. 3. Nadat dit masker was gereed gekomen, werden op Europeesche en inheemsche troepenonderdeelen proeven op gasdichte afslui ting met dit masker gehouden. Ter controle werd van de gas kamer gebruik gemaakt. Van de 365 man moesten op het eerste gezicht 59 man uitvallen wegens te klein hoofd. Van de over blijvende 306 man, waarmede de proef gedaan werd, bleek dat 29 man, wegens een niet passend masker, geen gasdichte afslui ting kon verkrijgen. Dat met het grootste tailletype, bij 277 man het masker gasdicht afsloot, mag zeker als bevredigend beschouwd worden. Bovendien was de afwerking van het masker nog in het geheel niet in orde. De oogconstructie was, wat de gasdichte afsluiting betreft nog onvolmaakthet binnenraam was onvol doende dik. Bij latere proeven bleek nog dat, indien de man van de goede taillemaat voorzien was, het masker ten allen tijde, zelfs in een milieu met abnormaal hooge gasconcentratie, goede gasdichte afsluiting gaf, terwijl bovendien tot uiting kwam, dat velen, ook met een niet geheel passend masker, goede gasdichte afsluiting konden verkrijgen. Nadat het masker dus bewezen had gasdichte afsluiting te geven, moest door den troep uitgemaakt worden of het masker te velde bruikbaar zou zijn, m.a.w. moest nagegaan worden of alle te velde voorkomende verrichtingen, zonder bovenmatige inspanning, met het gasmasker verricht konden worden. Teneinde dit te kunnen nagaan werden twee detachementen, bestaande uit Europeanen, Ambonneezen, Menadoneezen, Javanen en Timoreezen, te Tjimahi en Mr. Cornelis samengesteld, waaraan 2 Eur. onderofficieren waren toegevoegd, elk onder leiding van een officier. Het tijdperk der proefnemingen, dat naar schatting 2 maanden zou duren, werd verdeeld in r a. de periode der voorbereidende oefeningen. b. de periode der voortgezette oefeningen. Het doel der voorbereidende oefeningen was den man, die nimmer een gasbeschermingsmiddel gedragen had, geheel vertrouwd 455

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 39