te maken met het gebruik van het gasmasker, terwijl gedu
rende de periode der voortgezette oefeningen het masker beproefd
moest worden onder alle te velde voorkomende verrichtingen.
De eerste periode was dus een rustige marschtraining, waarbij
weliswaar kostbare gegevens verzameld werden, doch kwamen
bij de oefeningen der 2e periode de bezwaren en fouten, die
aan het masker kleefden, veel beter tot uiting.
De betrokken officieren-instructeur werden van een oefenings
schema en schriftelijke aanwijzingen voorzien.
ad a. De periode der voorbereidende oefeningen.
Volledigheidshalve vermelden wij in het kort puntsgewijze den
aard dezer oefeningen
1. Gedurende de geheele oefeningsperiode moet streng de hand
worden gehouden aan den eisch, dat ook officieren en kader
steeds het masker in beschermingsstelling dragen, wanneer dat
van de manschappen wordt geëischt.
2. Theoretisch onderricht, (bespreking gasoorlog in het alge
meen constructie en werking der gasmaskers-ademhaling).
3. Passen van de gasmaskers
4. Controle gaskamer.
5. Op- en afzetten van het masker (ongewapend) en daarna op
tel de verschillende handgrepen laten verrichten.
6. Oefeningen in het inhouden van den adem.
7. Handgrepen vermeld in punt 5 in sneller tempo uitvoeren.
8. Opzetten van het masker met gesloten oogen.
9. Herhaling van 7.doch met bamboehoed, daarna gewapend.
10. Eenvoudige loopoefeningen, waarbij de draagtijd van het
masker zeer geleidelijk wordt opgevoerd.
11. Kan het masker gedurende één uur in beschermingsstelling
worden gedragen, terwijl in dien tijd eenige loopoefeningen wor
den gehouden, dan wordt met de voortgezette oefeningen aan
gevangen.
ad b. De periode der voortgezette oefeningen.
De instructeur beschikt nu over een klas, die in het dragen
van het gasmasker eenigermate is geoefend en met het gebruik
ervan vertrouwd is geraakt.
1. Gedurende deze periode wordt de draagtijd van het mas
ker langzaam opgevoerd tot een totaal draagtijd van 3 uren
en wordt de bepakking geleidelijk verzwaard.
2. Voor de te houden oefeningen werd verwezen naar R. I
Hfdstn. II, III, IV en V.
3. Verder moest worden beoefend
Het schieten met geweer, karabijn, K. M. en pistool in ver
schillende houdingen en zoowel met als zonder masker.
4. Pionieren.
456