lezen we„Die Darstellung, dasz man schon beim Abbrechen der Gumbinner Schlacht oder unmittelbar darauf zielbewuszt den künftigen Angriff gegen die russische Narew-Armee geplant habe, laszt sich nicht halten gegenüber den vorhandenen zahlreichen Aufzeichnungen aus diesen Tagen, die anderes berichten". Ook het boek „Tannenberg" van den Berlijnschen hoogleeraar Walter Elze, een werk „Mit Denkschriften des Grossen Generalstabes, Urkunden, Berichten, Befehlen der O. H. L. und des A. O. K. 8 usw. erstmalig in vollem Umfang und Wortlaut" leert ons anders. De beweringen van Hoffmann in zijn boekje onder den sugges tieven titel„Tannenberg, wie es wirklich war", zijn door de bovengenoemde publicaties afdoende ontzenuwd. We willen met een verwijzing naar v. Schafer en Elze evenwel niet volstaan, te meer niet daar dit punt uitermate belangwekkend is. (Uit de 4de alinea op de eerste bladzijde van het Aug. num mer blijkt wat het doel van dat opstel wasdat de Hoffmann- strijdvraag daarin niet werd behandeld, is daarmede verklaard.) Zou Hoffmann wèl de „Urheber" van Tannenberg zijn, dan moet dus zijn invloed blijken op de maatregelen, welke na den slag bij Gumbinnen getroffen werden en de beteekenis van die maatregelen als inleiding op de groepeering voor den slag bij Tannenberg. Om dit na te gaan is nauwkeurig volgen van de gebeurtenissen op 20 Aug. 1914 en de daarop volgende dagen noodig. 20 Augustus. Om 12 uur 's middags ontvangt de O. H. L. van het 8ste Leger de telefonische mededeeling, dat dit leger in een voor- loopig gunstig verloopenden slag bij Gumbinnen staat. „Ein- zelheiten folgen mit der Abendmeldung. Stimmung groszartig". Inmiddels had Gen. von Prittwitz vernomen, dat het Russ. Narew-leger minstens 5 korpsen sterk was. Dit leger begon allengs naar het inzicht van von Prittwitz een bedreiging voor zijn rug te worden. Om 2 30 n. m. vraagt von Pr. persoonlijk aan den chef van den staf van het XXste Korps: „Hoe sterk schat gij den tegen de zuidgrens van Oost-Pruisen oprukkenden tegenstander?". Antwoord: „Tot nu toe 2—2'/2 korps en 2 Inf. Brigades". Gen. von Pr.„Op ondersteuning van hier uit kunt ge niet rekenen. Het leger staat hier ten oosten van Gumbinnen in een zeer zwaren strijd". Antwoord „Het korps rekent niet op ondersteuning en heeft ook geen steun noodig. Hoofdzaak is, dat boven overwon nen wordtwij zullen het hier wel houden". 460 Oberste Heeresleitung.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 44