natuurlijk, zoo juist en treffend den toestand in Groot-Atjeh en
daarbuiten schetsen. Kolonel Snell zou daar meer van kunnen
vertellen. Kortom in zekeren zin hoorden zij ook bij dit feest.
Dat het dien eersten avond in den kring der makkers een
weinig laat is geworden laat zich begrijpen er was ook zoo
veel te vertellen.
De ochtend van den 30en Maart werd aan meldingen besteed,,
waarbij pastoor Huijbregts en dominee Thenu natuurlijk niet
werden vergeten.
In den namiddag woonden wij een der voetbalwedstrijden om
den Vaandelbeker bij, waarbij het Marechaussee-elftal, dank zij
het enthousiasme waarmede zij speelden, van een technisch veel
beter elftal wist te winnen. Vele oude bekenden mochten wij op
het veld ontmoeten.
Des avonds vereenigde de majoor Engles, Commandant van
het Korps Marechaussee, zijn onderhebbende officieren met hunne
dames, de Java-deputatie en een aantal genoodigden te zijnen-
huize op een soiree. Voor de marechausseeofficieren was het een
zeldzaam iets om in zoo groote getale met hun Körpscommandant"
te saam te zijn. Woning en erf van de familie Engles waren voor
deze gelegenheid keurig versierd, terwijl in den tuin een lampion-
verlichting het effect nog verhoogde. De avond had een buiten
gewoon prettig en geanimeerd verloop en bewees, dat Mevrouw
en Majoor Engles in de perfectie de kunst verstonden om als
gastvrouw en gastheer op te treden.
In den loop van den lsten April kwam ter reede van Oelèë-
Lheuë aan H.M.'s onderzeeër K 4, commandant de Luitenant ter
Zee le klasse A. S. Pinke, welke oorlogsbodem door Z. E. den
Vlootvoogd naar Atjeh was gedirigeerd ten einde de Koninklijke
Nederlandsche Marine bij de jubileumfeesten te vertegenwoordigen.
Het was thans in de betrekkelijk kleine kotta een drukte van-
belang. Van iedere divisie marechaussee waren de kapitein-
divisiecommandant, 1 luitenant en 2 of 3 complete brigades
aanwezig, terwijl de buiten Koetaradja gelegerde garnizoens
bataljons elk een deputatie van 1 kapitein, 3 luitenants, 1
Europeesch sergeant, 1 brigadier of korporaal en 1 mindere van
eiken landaard hadden afgevaardigd. Dat voor alle gasten onderdak
kon worden gevonden, getuigt zeer zeker van de organisatorische
eigenschappen der daarmede belaste commissie en van de bereid
willigheid van alle families te Koetaradja om voor de verschillende
gasten logies aan te bieden.
Droegen de voorafgaande dagen een officieus karakter, met de
komst van Z. E. den Legercommandant in den middag van 1 April
ving het officieele gedeelte van de feestelijkheden aan Des avonds:
werd de rij der plechtigheden geopend met eene receptie ten huize
van den Gewestelijk Militair Commandant en Mevrouw Rijnders,
welke receptie tevens diende ter voorstelling van officieren en
420