Zooals ik reeds opmerkte is, vanwege het groote lawaai, in een
smederij het ondoenlijk door spreken aanwijzingen te geven. Be
paalde signalen zijn in elke smederij in gebruik.
Een paar slagen op het aambeeld, zijn voor den (de) voorslager
(s) het teeken dat het ijzer heet is en zijn (hun) hulp wordt ver
langd.
Het stuk wordt nu uit het vuur genomen en door eenige hamer
slagen ontdaan van sintels en hamerslag, daar deze anders in den
bovenkant van het ijzer zouden worden geslagen.
We zien nu den smid slaan, maar denkt nu niet dat hij met dien
kleinen hamer eenige vormverandering aan het ijzer geeft. Neen, hij
geeft alleen de plaats aan, met zijn handhamer, waar de slagen,
die de voorslagers moeten toebrengen met hun zware voorhamers,
moeten vallen. Door harder of zachter slaan met de pen of de baan
van den handhamer geeft hij met onfeilbare juistheid zijne bevelen.
Een zwakke slag op het aambeeld, en de voorslagers stoppen.
Het is het teeken dat het werkstuk zal worden omgekeerd, of wel
dat verdere hulp niet meer noodig is.
Indien ge eens in de gelegenheid zijt een smederij te bezoeken,
let dan eens op de vlugheid waarmede gearbeid wordt, indien een
goed begrijpen van smid en voorslagers aanwezig is. Bij den
A.C.W. is de samenwerking als hiervoren geschetst, in perfectie
aanwezig.
Het is ervaring die vooraf de afmetingen bepaalt van het te ge
bruiken materiaal, om er later het gesmede stuk uit te krijgen.
De smeedstukken die later naar de bankwerkerij gaan moeten
zoo nauwkeurig mogelijk aan de maat gesmeed zijn, daar anders
te veel vijlwerk de kosten onnoodig vergroot. Die voor de draaibank
bestemd zijn, worden als regel ongeveer 3 mimi. zwaarder gesmeed,
dat wil zeggen dat op alle te bewerken vlakken drie milimeter
meer materiaal blijft staan dan de juiste afmeting aangeeft.
Wordt een groot aantal smeedstukken vereischt van gelijke vorm
en afmetingen dan kan het voordeel opleveren deze te stampen of
te persen.
Dit stamp- en perswerk geschiedt in zadels of matrijzen, waarbij
de hydraulische pers en de luchthamer onontbeerlijk zijn. Zoo wor
den de stangen voor hoofdstellen voor paarden gestampt, t.w. de
scharen en tonggedeelte. De nadere afwerking geschiedt door
draaier en bankwerker.
Het groote voordeel van deze werkwijze is dat alle stukken vol
komen evengroot en goed aan de maat worden afgeleverd, en de
aanmaak veel vlugger plaats heeft dan uit de hand. Besparing aan
arbeidsloon geeft hier den doorslag.
Het vervaardigen van matrijzen is veelal een dure geschiedenis,
zoodat hiermede wel degelijk rekening moet worden gehouden. De
491