613 Pantserauto's. Mil. Wochenblatt. No. 26. Januari 1930. „Die Straszenpanzerkraftwagen der lnfanterie-Division". De volgende eischen worden genoemd voor moderne pantserauto's 1. met gelijke snelheid vóór- en achteruit kunnen rijden zonder keeren 2. geen grooter gewicht dan een vrachtauto 3. de bezetting moet tijdens het halthouden, zonder den wagen te verlaten, tijdens het rijden en ook bij afgesneden terugtochtsweg in staat zijn aan de leiding berichten te zenden 4. geringe hoogtenaast volledige bescherming tegen infanterie- en mitrail- leurvuur, moet de pantsering bescherming geven tegen treffers uit infanterie- geschut en kleine mijnen 5. gemiddelde snelheid 25-30 km. per uur, langs goede wegen tot 60 km. per uur. Verder wordt het tactisch gebruik vermeld van de sectie pantserauto's bij de moderne divisie ingedeeld, waarvan de hoofdopdracht is: de verkenning. Gasoorlog. Heerestechnik. No. 3. Maart 1930. Het nummer is geheel gewijd aan een artikel van Dr. rued, tti dr. phil. H. Biischer „Zum Kampjgasprobteem. Sanitatstechnische Aufkldrungs-, Schutz- und Hilfsmittel". „Als we met den gasoorlog rekening houden, dan is het onze plicht middelen en wegen te vinden, welke het mogelijk maken onze medemenschen bij gasaanvallen te beschermen en hen bij gasziekten te heipen. Doch beschermen kunnen we onze medemenschen slechts, wanneer we ze volledig inlichten omtrent de wijze waarop strijdgasstn werken, wanneer we hun toonen, wat eigenlijk strijdgassen zijn". Het artikel bevat zeer duidelijke afbeeldingen, ook van beschermingsmiddelen en van de uitrusting van onderofficieren en ofticieren van den geneeskundigen dienst. Nevel en rook. Schweizerische Monatshefte für Offiziere aller Waffen. No. 1. Januari 1930. „Kwistlicher Nebel", Luitenant M. Riischmann. Schr. geeft beschouwingen over het tactisch gebruik van rook. „De werkzaamheid van een nevelsluier hangt af van technische middelen, windrichting en -sterkte, temperatuur, vochtigheid, luchtdruk, terrein. Richting en sterkte van den wind geven den doorslag". „Zijwind begunstigt het doordringen van een stelling met rook". „Rugwind is het gunstigst om onder bescherming van de rook een verdedigende stelling aan te grijpen of de flanken bij een actie te beschermen". „Tegenwind geeft steeds de grootste moeilijkheden, waarom men in zulke gevallen slechts zelden ar.illerie of mijnenwerpers voor verne veling gebruiken moet, daar toch gemakkelijk de eigen troepen verneveld kunnen worden". In hetzelfde nummer troffen we aan onder „Rundschau": Rauch gegen Luftangriffe im Hinterland"„Door nevel of rookvorming kunnen zelfs groote steden in het binnenland onzichtbaar worden gemaakt. Kunstmatig gevormde nevel heeft de voorkeur boven verbrandingsrook. Verneveling van 16 km.2 vordert 6 „Verdier apparaten' van 25 kg. per km2. Voor grootere oppervlak ten: 3 apparaten per km2., hetgeen voor een tijdsduur van 30 minuten vol doende is te achten. Voor verneveling van een stad van 5060 km2, opper vlak moet men minstens 400 km2, vernevelen, waarvoor benoodigd zijn 400 maal 3 1200 apparaten a 25 kg 30.000 kg. rookstof en 1200 man bedie ning. Voor 2 uur verneveling is dus 120.000 rookstof noodig. Voor een spoorwegknooppunt (10 kin2.) zijn benoodigd 90 apparaten en 90 man, 2250 kg. voor 30 minuten en 9000 kg. voor twee uren. In No. 1 (Januari) en No. 2 (Februari) nog een artikel van kapitein Volkart „Kiinsilich.es Vernebein"Na een voorbeeld uit den wereldoorlog te hebben genoemd zegt schr. o.a. „Het vernevelen van de voorste stelling des tegen-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 107