Tactiek der Genie. De Militaire Spectator. No. 3. Maart 1930. Eenige beschouwingen over de taak en het gebruik van spoorwegtroepen", eerste luitenant E. S. Zeeven hoven. Wat betreft de Nederlandsche verhoudingen zegt schr.„Van de technische troepen zijn de spoorwegtroepen in ons land wel de minst op peil zijnde. Voor het verrichten van de veelzijdige en uitgebreide taak welke voor hen is weggelegd, heeft ons leger slechts de beschikking over één spoorwegcom pagnie' Moreele factoren. De Militaire Spectator. No. 3. Maart 1930. „De kennis van de sociologie een legerbelang"luitenant-kclonel A. C. Rou faer. Schr. wijst op de mogelijk heid de gevaren van de defaitistische propaganda te beperken door de dienst plichtigen ook kennis te laten maken „met andere motieven als die, welke zij in hun vroeger milieu hebben gehoord en welke dan eenzijdig voorgesteld zullen blijken te zijn", en bepleit daarom het houden van lezingen over Vol kerenbond Internationale Rechtspraak Wereldvrede Ontwapening, enz. En den officieien wordt warm aanbevolen de bestudeering van het werk van Dr. S. Rudolph SteinmetzSoziologie des Krieges", waarin „deze problemen op meedoogenlooze wijze onder de psychologische loupe worden genomen de mensch en groepmensch worden in hun wezen aan hunzelf vertoond Mil. Wochenblatt. No. 28. Januari 1930. DisziplinHaruspex geeft interessante beschouwingen over dit onderwerp: „Wie zich de talrijke ge schriften herinnert, welke in aansluiting met den Boerenoorlog zich bezighiel den met opleiding en discipline, zal thans verbaasd staan. Een voorbeeld van zoo'n geschrift„Waarheen moet het, wanneer den recruut wordt veroorloofd, van iedere dekking gebruik te maken bij het terreinwinnen, zich te dekken hoe en waar bij dat verkiest; wanneer van hem wordt geëischt dat hij zijn schot zelfstandig afgeeft, zelf doel en vizier bepalend, wanneer het hem goed dunkt En toch schijnt het niet geheel overbodig, aan de allervoor naamste van alle militaire wetten (onvoorwaardelijke gehoorzaamheid) telkens weer hen te herinneren, die in de opvoeding van iederen enkelen man tot uiterste zelfstandigheid en initiatief in het gevecht, het heil der toekomst, de grootere macht over minder verlichte, vijandelijke strijders zien Terecht zegt Haruspex: „Door de krijgsgeschiedenis loopt als een roode draad dat de troep, welke star conservatief aan het oude vasthoudt, dooreen andere, welke het historisch gewordene verder ontwikkelt, wordt overwonnen". Krijgsgeschiedenis. Mavors. No. 1. Januari 1930. Een merkwaardige ruiter char ge van een Eransch escadron. 30 Mei 1918 Attakeert!" ritmeester E. Feenstra. Een beschrijving van een aanval door het 4de escadron van het 10de regiment Chasseurs op 30 Mei 1918, nadat op 27 te voren de groote Duitsche aanval had plaats gehad met als gevolg, dat de Duitsche strijdkrachten de Marne naderden. Verpleging. Heerestechnik. No. 1 (Januari) en No. 2 (Februari) 1930. Wasserver- sorgung beim amerikanischen Heere in und nach dem Weltkriege" Bevat een overzicht van de methode waarop in het Amerikaansche leger tijdens den wereldoorlog werd gewerkt in het belang eener behoorlijke wa tervoorziening, waarvoor was opgericht een waterverzorgingsregiment. „In alle andere legers is men zeker tegenwoordig ondanks de ervaringen van den wereldoorlog nog of misschen reeds weer geneigd, het vraagstuk der militaire watervoorziening als „quantité négligeable" te behandelen, misschien uit aande van de gedachte dat een stellingoorlog van dien omvang en duur als de laatste niet meer zal voorkomen, misschien ook, omdat door de meer en 618

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 112