art. 4 De aanvraag aan een gemeente tot leveringen van welken aard ook, voor Onze legers of verdedigings werken, geschiedt aan den burgemeester door hem, die, krachtens de voorschriften bij reglement vast te stellen, tot het doen dier aanvraag bevoegd is, en art. 5 De vorderingen, te dier zake aan de inwoners der gemeente te doen, geschieden door den burgemeester, onder uitreiking van een schriftelijken last. In geen geval mogen van militaire zijde regtstreeks van de inwoners eener gemeente verstrekkingen worden geëischt. art. 6 Het doen der verstrekkingen naar de voorschriften dezer wet geeft regt op het ontvangen van schadeloos stelling, op den voet bij reglement bepaald. art. 32 Naar mate van de behoeften van Onze legers en verde digingswerken, waarin niet op eene andere wijze voor zien is, rust in geval van oorlog of oorlogsge vaar op de gemeenten en inwoners de verpligting tot het doen van leverantën van allerlei aard ten behoeve van den krijgsdienst. Deze verpligting bestaat alsdan ook ten aanzien van paarden, rund- en ander vee. Daarbij wordt evenwel gelet op de belangen der bur gerij en gezorgd dat de eischen de krachten der gemeenten en der inwoners niet te boven gaan. art. 33 In geval van oorlog of oorlogsgevaar kan door Ons aan den opperbevelhebber van het veldleger, doch alleen voor zoover betreft de landstreek, waar dat leger of afdeelingen daarvan zich bevinden, alsmede aan den opperbevel hebber eener in staat van oorlog of beleg verkeerende linie, vesting of sterkte, doch alleen voor zoover betreft het terrein, waarover de staat van oorlog of beleg zich uitstrekt, magtiging verleend worden, om op zoodanige wijze in de behoeften van inkwartieringen, onderhoud, transporten en leverantiën van allerlei aard (ook aan paarden, rund- en ander vee) te voorzien, of door zijn ondergeschikten te doen voorzien, als hem, op zijn ver antwoordelijkheid, het meest geraden voorkomt, hetzij door het benoodigde, na eene voorafgaande vordering van z ij n e n t w e g e, te doen verstrekken of, in drin gende omstandigheden, zonder voorafgaande vordering, door zijn ondergeschikten in gebruik of in eigen dom te doen nemen, hetzij door goedkeuring van het geen te dien opzichte, zonder zijn last, in het belang van den krijgsdienst is verrigt. 521

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 13