trailleur op het moment dat de compagniescommandant zijn sectie(ën) op het door vijandelijk lichte mitrailleurvuur bestreken schootsveld van dien vijand werpt en volgens het hiervoorgaande de sectiecommandant zelf nog niet het vuurgevecht kan openen, omdat zijn bewapening hem zulks niet toestaat? Wel, hier is de behoefte aan den lichten mitrailleur die de sectie den afstand 800 m. tot 200 m. en zoo mogelijk verder, helpt overbruggen. Wij hebben dit wapen altijd in onze organisatie gemist en de poging de K.M in zijn huidigen vorm daarvoor dienstbaar te maken steeds beschouwd als een goed bedoeld plaatsen van een hart onder den riem bij den troep door onze voortreffelijke technici. Wij hebben om redenen van financieelen aard niet durven hopen dat we binnen afzienbaren tijd dit zoozeer benoodigde wapen nog eens zouden verkrijgen Doch ziet, daar komt de Majoor Bakker met de goed gedocumenteerde tijding, dat onze K.M. door toevoeging van een affuit aan den eisch voor „lichte mitrailleur" volkomen kan voldoen, en is het dus mogelijk op een voor ons leger uit financieel en opleidingsoogpunt onver wachte wijze het gewenschte wapen te verkrijgen. De Majoor Bakker koestert de verwachting, dat de K. M. op affuit in staat zal zijn de Vickers te vervangen Wij willen hem zoover niet volgen omdat wij, gezien hetgeen wij over zware mitrailleurs hiervóór schreven, zulks ook volstrekt niet eischen. Als de K. M op affuit inderdaad (en wij twijfelen na de mededeeling van den Majoor Bakker hieraan niet) aan den eisch kan voldoen dat hij automatisch vuur kan afgeven op een afstand van 800 m tot een hoeveelheid van een paar honderd patronen, met geen andere onderbreking dan verwisseling van den houderbak, terwijl de K. M dus 25 patronen kan afschieten zonder dat het wapen nagenoeg uit de richting gaat, dan voldoet ons inziens de K M. op affuit volkomen aan den eisch aan een lichten mitrailleur te stellen en is het mitrailleurvraagstuk voor ons leger belangrijk vereenvoudigd. De Majoor Bakker wijst in zijn artikel op de geringe spreiding van de K M. op affuit. Wij vinden dit van secundair belang. Wij eischen op den afstand 800 m. niet in de eerste plaats uitwerkingsvuur (treffers), al behoort naar de verkrijging daarvan steeds te worden gestreefd, om de eenvoudige redenen dat door den taktischen toestand als norm aan geen enkel automatisch wapen hoe goed het technisch ook geconstrueerd is, dezen eisch is te stellen. Het vijandelijke schootsveld is nu eenmaal geen schietterrein met uitgezette afstanden. Wij weten boven de 200 m als regel nimmer precies waar de vijandelijke vuurlijn zich bevindt, omdat die lijn niet zooals in het tijdperk der lineaire verdediging inder daad een lijn is, doch een vrij diepe strook, waarvan bestrijding boven dien afstand slechts mogelijk is met automatisch afgege- 536

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 28