Vuren met G. K. „S c h o k s t e 11 i n g", „n u 1" en „vooraf tempeeren en vuren, waarin een over gang voorkomt van G. K. Tijdstelling op G. K. schokstellin g". Op het co. van den B. C. G. K „Schokstelling", „nul" of „voor- aftempeeren" laat de O. C. onmiddellijk volgen het co. „Regelaar 18". Alweer zou het eenvoudiger zijn als de B.C. het co. „Regelaar 18" in zijn co opneemt. Met betrekking tot de methode en eveneens met betrekking tot een bepaalde tijdwinst kan de eerste richting aanzienlijk worden vereenvoudigd, terwijl zij toch in de hand van den O. C. blijft. Ook het hieronder behandelde berust op ervaringen uit de praktijk. Als een batterij in stelling moet komen, heeft de B. C. tevoren reeds de stelling verkend en vanuit de standplaatsen der stuk ken nagegaan, welke richtpunten eventueel zichtbaar zijn voor de stukken. Hij doet wijs, het richtpunt of de richtpunten, welke hij denkt te gebruiken en met behulp waarvan hij later de batterij in de richting denkt te brengen, te vermelden in het stellingbericht voor den O C. Bovendien heeft de B.C. voor het directiestuk de hoofdschoots- richting uitgezet. Zoodra nu de batterij in stelling is gekomen, zal het eerste werk van den O C. zijn de batterij in de voor het directiestuk uitgezette hoofdschootsrichting evenwijdig te stellen en daarna te commandeeren „Bewakingstand". Zoodra de batterij evenwijdig is gesteld, laat hij den St. C van het directiestuk de standen opnemen op de bedoelde richtpunten, op het kompas O. C het richttoestel O. C., welke instrumenten hij bij aanwezigheid van een richtbasis in die richtbasis heeft gesteld en op het richttoestel B. C. indien dit vanuit de batterij of standplaats richttoestel O. C. zichtbaar is. In het laatste geval meet hij zelf den stand op. Den meetofficier ware op te dragen er altijd zorg voor te dragen, het richttoestel O. C. of wel diens kompas als een der piketten van de richtbasis te gebruiken, waardoor den tijd voor de opstelling van het instrument door den O. C. komt te ver vallen. Verder heeft de O. C. het azimuth of den richtbasisstand van de hoofdschootsrichting, waarin de batterij is gesteld, opgemeten. Van al deze opmetingen houdt hij een staat aan. Er kan nu geen commando van den B. C komen, waarop de O. C. niet reageert met het co. „Bew. St. Batterij meer of minder" dan alleen, indien een commando van den B. C. geldt 550

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 42