Een eisch echter stelt de door mij voorgestane methode p den voorgrond n. 1. de manschappen achter de toestellen moeten of zijn goed opgeleide richters le klasse öf althans bedreven zijn in het optellen en aftrekken met geheele getallen, niet ont bloot zijn van eenige intelligentie en goede oogen hebben. Waar echter elke batterij moet beschikken over zooveel mogelijk richters le klasse en de opleiding van de kanonniers tot richters le klasse een van de eerste zorgen is van een batterijcommandant, is die eisch m i. nogal redelijk. Bovendien zal de opleiding van intelligente stukrijders tot tem- peerders wel geen moeilijkheden opleveren. Nu is niet minder waar dan dat alle nieuwigheden tegen kanting ondervinden. De mensch is van nature conservatief en huiverig zich te storten in iets nieuws, dat hij nog niet kent. De militair is het in het bijzonder. Echter nieuw is de door mij voorgestane methode in het geheel niet. Er is niets nieuws onder de zon. In het I. M. T. van Juli 1907 verscheen een artikel van den toenmaligen luitenant der Artillerie P M. Vis getiteld „De nieuwe Nederlandsche Bat- terijdienst" waarvan hieronder voor degenen, die niet in het be zit zijn van het deeltje eenige passages volgen met betrekking tot mijn methode. „Het kenmerkend onderscheid tusschen het oude voorschrift „en het nieuwe reglement is gelegen in de aangenomen begin selen om het vuur zoo spoedig mogelijk te openen en zoo snel „mogelijk te laten verloopen en om niet alles te willen regle- „menteeren, maar het regelen van sommige aangelegenheden over „te laten aan de inzichten van den commandant. „De batterijdienst is nu eenmaal geen stramme excercitie, maar „een werk, dat met orde en stilte en vlug moet worden uitge roerd en met het oude voorschrift kon heelemaal niet vlug „gewerkt worden. „Dat en de met vette letters gedrukte bepalingen van 175 „Het vuur moet in het algemeen vlug worden geopend en met „kracht worden voortgezet" is, wij zouden haast zeggen, de be langrijkste verbetering, die niet genoeg kan worden toegejuicht. „Tot nog toe werd in geen enkel voorschrift de nadruk gelegd „op het gewicht van een zoo vlug mogelijke vuuropening en een „zoo groot mogelijke vuursnelheid. „De B. C. geeft aan den B. O. dan wel aan den S C. zooveel „mogelijk alle inlichtingen en opgaven, welke de opening van „het vuur kunnen bespoedigen. ..Indien de commando's van den B.C. (en indien de B. C. zich „buiten de batterij ophoudt, die van den B. O.) niet in de ge- „heele batterij verstaan zouden worden, geven de S. Cn. die „door". „Alle onnoodig geroep blijft dus voortaan achterwege en daar door wordt in vergelijking van vroeger een massa tijd bespaard, 553

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 45