mogelijk, zouden we ons daartoe willen bepalen. Doch daartoe zijn we gebonden aan het schietterrein aan de Zuidkust en het is niet mogelijk dat doorloopend te gebruiken. Mocht echter het terrein te Batoedjadjar eenigszins geregeld gebruikt kunnen wor den, voor de c. oefeningen op grondschijven, dan kunnen de a. en b. oefeningen evenredig worden verminderd. Deze oefeningen worden verdeeld over het schietjaar en wel zoodanig, dat a. en b. in de eerste helft gehouden worden en c. in de tweede helft, waarbij gerekend wordt op twee cursussen van 2 a 3 weken met een tusschenruimte van ongeveer 3 maan- den. Hierbij neem ik aan dat Salitri het geheele jaar bruikbaar zal zijn. Mocht dit niet het geval zijn dan dient het schietjaar op een zoodanig tijdstip aan te vangen, dat de c. oefeningen vallen in het gunstigste tijdperk Ook hierbij geldt de opmerking aan gaande Batoedjadjar, aangezien dit de verdeeling kan wijzigen. Bij de bespreking van de opleiding en jaarlijksche oefeningen is het bommenwerpen nog niet ter sprake gekomen. Doch dit is niet geschied omdat zulks niet noodig zou zijn. Het tegendeel is waar, doch waar dit nog niet uitgewerkt is, laat ik het op 't oogenblik rusten. De organisatie. Bij het beschouwen van de organisatie der bewapening moeten we uitgaan van de afdeelingals zelfstandige eenheid Het is niet onmogelijk dat in de toekomst een afdeeling gestationneerd zal worden op een andere plaats, ver van de centrale (Andir). Als principe moet worden aanvaard dat de Commandant van de afdeeling verantwoordelijk is voor de geoe fendheid van zijn personeel en dat de bewapening, welke voor de afdeeling noodig is, onder zijn verantwoording berust. Dit laatste behoeft echter voor de omstandigheden te Andir niet te letterlijk opgevat te worden. Daar kan de bewapening, althans voorloopig, afdeelingsgewijze en toestelsgewijze in het daarvoor bestemde magazijn opgeslagen worden, omdat dit er nu eenmaal is en de afdeelingen niet de beschikking hebben over een wapen kamer. Bij het eventueel inrichten van een vliegkamp buiten Andir zal er echter wel degelijk rekening mee moeten worden gehouden. De afdeelingscommandant zal dus over personeel moeten kunnen beschikken, dat de bewapening verzorgt. Dit door de monteurs te laten doen, is n. m. m niet mogelijk, omdat deze, krap toe gemeten als hun aantal is, de handen vol hebben met hun eigenlijke werkzaamheden. Op het gebied der bewapening toch valt heel wat te verrichten. Wanneer we dit eens nagaan bij een afdeeling C. V. vliegtuigen komen we tot de volgende opsomming: Mitrailleurs. Rekenend op 6 plus 2 (reserve) toestellen per afdeeling in gebruik, met 4 mitrailleurs per toestel, geeft dit 571

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 63