een aantal van 32 mitrailleurs. Deze moeten elke week nagezien en schoongemaakt worden, hetgeen na het schieten nog eens extra gebeurt. Behalve wanneer de wapens gebruikt worden, moeten zij bovendien nog periodiek, b v. eens per maand, op de toestellen geplaatst worden, ter controleering van een goede montage, juiste stelling van de voormitrailleurs en preciese harmonie met de richtmiddelen. Voor afvuurinrichtingen, richtmiddelen en mitrail- leurringen, geldt hetzelfde. Bommenuitrusting. De rakken en de kabels of de electrische leidingen moeten periodiek worden schoongemaakt en beproefd. Richtinstrumenten. Onderhoud en montage. Hoe komen we nu aan personeel voor dit werk De beant woording van deze vraag zou ik willen kopnelen aan het ant woord op een andere vraag, en wel n. 1.wie moet in tijd van actie de achterzitplaats van het (tweepersoons-) vliegtuig innemen en den achtermitrailleur bedienen Op het oogenblik zijn daar voor feitelijk alleen beschikbaar de tot waarnemer opgeleide offi cieren van den troep. Doch men mag veilig aannemen dat de L. A. in geval van nood op de meesten van hen niet kan rekenen, noodig als ze zullen zijn bij hun eigen wapen. Het aantal wat wel beschikbaar is, is zonder twijfel te klein om de vlieg tuigen te bemannen. Bovendien zijn er vele opdrachten waarvoor geen waarnemer als zoodanig noodig is, te meer niet waar ver schillende vliegeniers tevens tot waarnemer zijn opgeleid en het de bedoeling is alle officieren bestuurder een waarnemersop leiding te doen volgen. De toestand is dus zoo dat ten eerste het aantal waarnemers onvoldoende is en ten tweede dat het wel beschikbare personeel voor een groot deel der opdrachten niet als het meest geëigend daarvoor "beschouwd moet worden. Want bij waarnemingsopdrachten welke door den bestuurder uit gevoerd kunnen worden heeft de man achterin alleen tot taak het bedienen van zijn mitrailleur. En het zal wel geen tegenspraak ontmoeten dat het als zeer oneconomisch moet gelden daarvoor officieren te gebruiken, aangezien dit evengoed door b. v. Euro- peesche militairen beneden d en rang kan geschieden. Hierbij geeft aanleg en vooral een goede opleiding en voortdurende oefe ning den doorslag, terwijl dit laatste bij in de formatie der af- deelingen opgenomen schutters beter bereikt kan worden dan bij de waarnemers, die immers na hun opleiding weer naar hun wapen terugkeeren, zoodat van een voortdurende oefening geen sprake kan zijn. 572 Dit is naar het ons voorkomt een niet gefundeerde praemisse Waarom worden ze anders opgeleid? Men mag veilig aannemen, dat bij mobili satie de verschillende legeronderdeelen overeenkomstig de behoeften worden georganiseerd. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 64