Ik acht het daarom hoogst noodzakelijk dat overgegaan worde tot de instelling van het instituut van mitraillisten, waardoor aan dezen ongewenschten toestind een eind wordt gemaakt. Deze mitraillisten zullen organiek bij de daarvoor in aanmerking komende afdeelingen moeten worden ingedeeld, opdat zij onder leiding van den afd. ct. geoefend kunnen worden en deze in staat kan zijn hen te beoordeelen en over hen te be- schikken. Hun schietopleiding zal vrijwel dezelfde moeten zijn als die welke de leerling-waarnemers ontvangen, doch het groote voordeel zal zijn dat deze mitraillisten geoefend kun nen blijvendoordat zij ieder jaar de voorgeschreven oefenin gen zullen kunnen schieten. Dit lijkt mij van veel belang, want ik acht het schieten van uit de achterzitplaats van het vliegtuig een der moeilijkste van het luchtwerk, waarvoor een langdurige en intensieve training noodig is, om behoorlijke resultaten te bereiken, terwijl daarna een voortdurende oefening vereischt wordt om het bereikte peil te behouden. Is hun voornaamste taak alzoo schieten, wat op zichzelf al meer dan voldoende is, om het instellen van het instituut van mitraillisten te rechtvaardigen (bij de defensieve houding welke de meeste onzer vliegtuigen ten opzichte van het luchtgevecht zullen moeten aannemen, schuilt de hoofdkracht in de achter mitrailleurs, zoodat het van het grootste gewicht is, dat daarvoor uitstekende schutters beschikbaar zijn) het lijkt mij zeer wel moge lijk om hen ook nog voor enkele andere opdrachten op te leiden. En wel voor die, welke niet door den bestuurder zijn uit te voeren doch waarvoor ook geen officier-waarnemer noodig is b. v. het bommenwerpen. Ik geloof niet dat het richten en dé voornaamste principes waarop dit gebaseerd is voor hen te moeilijk zal zijn, gezien het gehalte van de tegenwoordige Euro- peesche militairen waarvan er verscheidenen zijn die Mulo of soms zelfs enkele jaren H. B. S. genoten hebben. Dit is echter een kwestie die eerst nog wel eens van verschillende kanten bekeken zal worden. Deze mitraillisten nu kunnen tevens aangewezen worden om de bewapening der afdeeling te verzorgen. Daardoor zijn ze als het ware van nature aangewezen, aangezien ze met een deel er van ook moeten werken. Hier zij opgemerkt dat dit in Engeland niet zoo gebeurt. Men heeft daar naast het eerder gegeven aantal „armourers'' per Squadron bovendien nog mitraillisten bij de daar voor in aanmerking komende Squadrons. Dit lijkt mij echter wel wat overdreven „royal". Hoewel hier aanstonds aan toegevoegd moet worden dat „onze" oplossing alleen geldt voor die afdeelin gen, welke met tweepersoonstoestellen zijn uitgerust. Voor een jagerafdeeling zal toch apart personeel noodig zijn. Per afdeeling worde een der olficieren aangewezen om speciaal belast te worden met de leiding van en het toezicht op de werkzaamheden betreffende de bewapening. Deze Wapen-officier 573

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 65