het Z. W. ter ondersteuning van XX A. K. te zenden, met het oog op een offensief optreden tegen de linkerflank van het Na- rew-leger. Evenzeer als Joffre zich tenslotte op 4 Sept. door Galliéni liet overtuigen om zijn terugtocht niet tot achter de Marne voort te zetten en daardoor maar ook daardoor alleen de kans behield op een retouroffensief (eenmaal achter de Marne of achter den Weichsel staande behoudt een dergelijk offensief weinig en dan nog uiterst moeilijk tot uitvoering te brengen kansen) en even zeer als Galliéni zoodoende n. m. m. de strategische spiritus rector van het Marnewonder werd, evenzeer schiep Hoffmann op den avond van 20 Augustus m. i. de mogelijkheid tot een her nieuwd offensief, thans echter tegen het Narew-, instede van tegen het Njemenleger. Dat op dit oogenblik nog geen dubbele omvatting kon bepland worden o. m. door 1 R. K. en XVII K. in Z. of Z. W. richting te doen afdraaien, is duidelijk en doet ook tot de zaak als zooda nig weinig af: hoofdzaak werd, dat het besluit om achter den Weichsel terug te gaan, tijdig ongedaan werd gemaakt en dat de marschrichtingen en marschdoelen der terugtrekkende ^korp sen in een richting werden gelegd, welke voorloopig de beste kansen bood voor een offensief tegen het oprukkende Narew leger. Ook Joffre en zijn staf konden op het oogenblik, waarop Gal liéni strategisch de Marne-mogelijkheid schiep, onmogelijk over zien hoe de slag in haar uitvoering zou worden geslagenzij konden evenmin vóórzien dat de voorgenomen dubbele omvatting zelf op beide vleugels zou worden omvat en dat tenslotte een geheel onbedoelde doorbraak de beslissing zou brengen. Maar dat doet aan de hooge verdiensten van Galliéni's strate gisch inzicht als zoodanig niets af. N. m. m. gaat het er ten aanzien van de voorbereiding van den slag bij Tannenberg dan ook om: wat gebeurt in het hoofdkwartier van het 8e Leger op den avond van den 20en en c. q. in den ochtend van den 21 en? En nu meen ik te mogen verwijzen naar noot 3 op bl. 461, luidende De heer M. moet toegeven, dat de door hem hooggeschatte Walter Elze niet kan vaststellen, wie het belangrijkste aandeel in de aldaar bedoelde gebeurtenissen had. 577 „Wie het belangrijkste aandeel daarin had staat niet vast. Elze vermeldt Auch diese Vorgange sind nicht mehr ganz zu klaren. Der Anteil von Hoffmann war stark. Den Vortrag von Piittwitz hat aber nicht Hoffmann, sondern Grünert gehalten. Hoffman befand zich am 20 abends in leidenschaftlichter Er- regung. Er hatte den Roten Adlerorden, den er trug, abgerissen und hingeworfen und brach selbst in Wut-und Weinkrampfe aus. Bei dem Vortrag von Prittwitz soil er wortlos dabeigesessen haben. Wir horten dies von Angehörigen des damaligen Stabes des A. O. K. 8 und geben die Episode hier wieder, weil diese Riickwirkung in einem leidenschaftlichen Manne, die Lage menschlich bereichert.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 69