Als volgt „In de beschrijving van het Reichsarchiv (2e Deel bl. 103) •wordt het besluit om I korps en 3e R. Div. voor een offensief optreden naar den rechtervleugel van het XX korps te vervoeren, aangegeven als te zijn genomen op 21-8. Dit is een vergissing (cursiveering van mij d. C.). Indien de treinen van het 1 k. op Dirschau achter den Weichsel werden gedirigeerd, dan geschiedde dat met het oog op technische factoren, verbonden aan het spoorwegvervoer, en zulks in overeen stemming met majoor Kersten, hoofd van het spoorwegvervoer op het Oostfront, die zich in het hoofdkwartier bevond. Die treinen moesten vervolgens, over Gradenz, naar voren worden vervoerd op den Oostelijken oever van den Weichsel (curs. v. mij-d. C). Een en ander volgt duidelijk uit het Legerbevel van 20-8, 9.30 n.m. „I korps naar de omgeving van Goslershausen Strasburg Bischofswerder Freystatt3e Res. Div. naar Deutsch Eylau beiden zullen het XX korps ondersteunen' (cursiveering van mij d.C.) De hier in het officieele werk begane fout komt mij te onver klaarbaar voor, waar men niet alleen beschikte over alle docu menten, maar bovendien over de op schrift gestelde verklaringen van hen, die in deze aangelegenheid gemoeid waren, o. m. over de mijne". Betreffende de ontheffing van generaal v. Prittwitz uit diens commando „Toen de legercommandant, zooals boven aangegeven, een oogenblik het stafbureau verliet, telefoneerde hij aan de O. H. L. en aan de commandeerende generaals aan het front, zonder één van zijn stafofficieren te waarschuwenin den zenuwachtigen en gedeprimeerden toestand waarin hij zich bevond, telefoneerde hij naar alle kanten dat het leger zich achter den Weichsel zou terugtrekken. Sprekende met den generaal von Moltke, zou hij textueel hebben verklaard „dat men de Weichsellinie niet zou kunnen houden, tenzij het 8e leger versterkingen zou ontvangen". Toen hij later, na ingrijpen van generaal Grünert en mij, zijn besluit wijzigde, vergat hij ongetwijfeld, in de agitatie waarin hij verkeerde, aan den chef van zijn staf of aan zijn eersten staf officier kennis te geven van de telefonische gesprekken, welke hij gevoerd had, opdat van de verandering zijner inzichten mede- deeling te bevoegder plaatse kon worden gedaan. Aangezien niemand, behalve de legercommandant zelf, kennis droeg van deze gesprekken, werd de besluitsverandering niet medegedeeld (cursiveering van mij d. C.). Hiermede is aangegeven hoe de O. H. L. er toe gebracht is den commandant van het 8e leger en het hoofd van zijn staf te ontheffen, 584

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 76