Ik geloof, dat dit gedeeltelijk een gevolg is van een overigens
foij Hoffmann niet immer aanwezige bescheidenheid.
Voorts vond in dezen zeer heterogeen samengestelden staf
(zie hiervoor ook het Dec -nummer van '29) Hoffmann voor zijn
opvattingen klaarblijkelijk bij generaal Grünert een gereed oor.
Dat Grünert overigens niet de toonaangevende figuur was, blijkt
m i. vooral uit het feit, dat Ludendorff niet hem als raadsman
en rechterhand koos, maar wel Hoffmann, en dat voorts Hoff
mann in 1916 als chef van den staf van de Duitsche legers aan
het Oostfront werd aangewezen.
Voorts moge ik, t. a. v. de behandelde strijdvraag, vooral ook
verwijzen naar Kabisch „Streitfragen des Weltkrieges" (met Ergan-
zungen). De heer M. schrijft op bl. 462, 4e lid
„Dat I L. K. en 3e R. Div. zouden vervoerd worden „zur
Stützung des XX A. K." blijkt uit de bevelen niet. „Deze toe
voeging was in de bescheiden niet te vinden", vermeldt" Elze.
Maar ik lees in Kabisch (en hoe zorgvuldig en op bronnen
en archieven bouwende deze zijn werk heeft samengesteld, moge
uit zijn Voorwoord blijken)
„Urn 9.30 Uhr abends (20 Augs.d. C.) ergeht der Armee-
befehl, dessen entscheidender Punkt lautet
2. Der Abmarsch nach Westpreussen wird noch heute ange-
treten I.A.K. und 3 R. D. sollen sofort mit Bahntransport zur
Stützung des XX A. K. nach Südwesten geführt werden
enz." (bl. 75-76).
Ik kan den belangstellenden lezer ook deze en volgende blad
zijden, welke in hoofdzaak Hoffmann's lezing bevestigen, ter
lezing aanbevelen.
Verder constateert Kabisch op bl. 415 van zijn Erganzungen
„Dass aber das A.O K. 8 nicht erst am 21 nachm., sondern
spatestens am 21 vorm. eine neue Offensive gegen die Narewar-
mee ins Auge gefasst hat, laszt sich urkundlich beweisen" (cur
siveering van mij d. C.).
Als noot plaatst Kabisch hier
,Ich werde den Beweis wegen Raummangels im" Deutschen
Offizierbund" führen".
Over deze bron beschik ik tot mijn spijt niet.
Wellicht is echter de Redactie of de heer M., die naar ik ver
meen in Holland vertoeft, in de gelegenheid deze bewijsvoering
zij het eventueel in verkorten vorm—aan de lezers van dit tijd
schrift bekend te stellen.
586