Momenteel zijn er drie bedrijfsleiders t.w. een bedrijfsleider
voor de hout- en lederwerkplaatsen en de ververij, een voor de
instrumentmakerij, met optische afdeeling, de gereedschaps-
afdeeling, de bankwerkerij, de draaierij, de lasscherij, de plaat
werkerij en de geschutherstelwerkplaats waaraan toegevoegd een
adjunct-bedrijfsleider, terwijl de derde bedrijfsleider onder zich
heeft de blik- en koperslagerij, de smederij en de gieterij.
Voor eenigen tijd geleden was ook aan beide eerstgenoemden
een adjunct-bedrijfsleider toegevoegd. In verband met mutatie's
elders zijn deze overgeplaatst. De werktuigkundige afdeeling
ressorteert onder een burger-ingenieur, met den titel van hoofd
ingenieur.
De personeele zaken en de behandeling der post geschiedt
door een Adjunct-directeur, die sedert kort mede belast is met
de uitschrijving der binnen gekomen bestellingen, zoodat de
titel van dezen functionaris nu is Hoofd van hef bureau admi
nistratie. Deze is tevens belast met de beschrijving van de Instructie
inventaris.
Het was oorspronkelijk de bedoeling dat dit kantoor alle voor-
en nacalculatie's zou uitvoeren, de werkplaatskaarten uitschrijven,
en zorgen dat elke werkplaats onmiddellijk kon beschikken over
alle benoodigde gegevens, benevens de vereischte teekeningen,
verder zou de correspondentie door dit kantoor worden gevoerd,
waardoor de bedrijfsleiders zooveel mogelijk werden ontlast en
geheel beschikbaar bleven voor de werkplaats en technische
vraagstukken. Wegens gebrek aan personeel is nog geen volledige
uitvoering aan deze plannen gegeven.
Een der bedrijfsleiders is voor een gedeelte belast met de
teekenzaal, terwijl de rest hiervan staat onder toezicht van den
hoofdingenieur.
Dit zal spoedig veranderen, daar dit zeer zeker een minder
gunstige indeeling is, waardoor de chef teekenkamer opdrachten
moet ontvangen van twee bedrijfsleiders.
588
October 1897-Augustus 1901 de Luit. Kol. H. W. A. S. LOKE, van Augustus
1901-October 1902 de Luit. Kol. J. W. OlEL, van November 1902-Februari
1904 de Majoor F.W. A. NEETESON, van Februari 1904-Augusius 1908 de
Luit. Kol. C. NIJENHUIS, van Augustus 1908-Juli 1911 de Majoor F. G.P.A.
BOOM, van Juli 1911-Februari 1919 de Luit. Kol. A. van den BOVENKAMP,
van Maart 1919-Juni 1921 de Majoor A.J. LOEKEMIJER. van Ju'i 1921-
Januari 1923 de Majoor J. D.A. de FREMERY, en van Januari 1923-Maart
1929 de Luit. Kol. H.W. VERMENT, terwijl de tegenwoordige diiecteur is
de Kol. tit. J. Th. W. BOXMAN.
De voor een bedrijf zoo noodzakelijke continuiteit komt in bovenstaande
lijst een enkele maal tot uiting, over het algemeen is het een „va et vient"
wat zeer zeker een bedrijf in het algemeen niet altijd ten voordeele strekt.
Een nieuwe directeur moet zich inwerken, een nieuwe werkwijze moet vaak
worden gevolgd, waaraan de bedrijfsleiders en het overige personeel zich
moeten aanpassen, dit alles kan zoowel goed als slecht op de fabrieksorgani-
satie werken.