O. De onkosten van de inrichting zelve.
De onkosten voor werkzaamheden en uitgaven voor de inrich
ting zelve, worden onderverdeeld in serie's waarbij gelijksoortige
werkzaamheden of uitgaven voor een bepaald onderdeel bijeen
gevoegd worden.
Elke soort ontvangt een nummer, van welke nummering een lijst
is samengesteld die den naam „order O", draagt.
Hierin komen alle uitgaven van de instelling als zoodanig voor,
overzichtelijk gerubriceerd en genummerd.
Orderboek, werkplaatskaarten, kostprijs-
k a a r t e n, e n z.
Alle opdrachten, hetzij van buiten de inrichting hetzij vanuit de
inrichting zelve, worden in volgorde van binnenkomen geboekt en
genummerd in een orderboek.
Het hoofd van het bureau administratie is belast met de con
trole op de regelmatige uitvoering der opdrachten, en schrijft
daarna de volgorde der kaarten uit.
a. voor elke werkplaats, die moet medewerken, een werk-
plaatskaart.
b. voor de boekhouding een kostprijskaart en een materialen
staat.
R e p a r a t i e 's.
Alle te repareeren goederen worden ontvangen door den Ma
gazijnmeester en door dezen geboekt in het afpakboek. Hieruit
worden door H. B. A. (hoofd bur. adm.) de orders gelicht, genum
merd en de kaarten uitgeschreven.
Aanmaak.
De gang van zaken is nagenoeg analoog als voor de reparatie
is aangegeven.
Uitbreiding.
Deze geschiedt op dezelfde wijze als bij herstelling en aanmaak.
De berekening der prijzen.
Hiervoor wordt de zelfkostende prijs bepaald, door de ver
werkte materialen te nemen en het arbeidsloon van den werkman
in de fabriek.
Hierbij komt voor andere Gouvernementsinstellingen en diensten
50 °/o, voor particulieren 65 °/0
Vroeger werd voor elke werkplaats een eigen percentage vast
gesteld, waarin de bezoldiging van de bedrijfsleiders, opzieners,
bureaupersoneel, enz. was verwerkt, doch toen werden de pnjzen
zoo exhorbitant hoog, dat gebrek aan werk zou ontstaan. Wat
dit als algemeen belang beteekent, behoeft hier geen betoog.