720 bestaan om ze vooruit te schuiven tot ter hoogte van het vuuréchelon". Ma vors'CN o. 3. Maart 1930. Uitwerkingsvuren der artillerie", kapitein Tn beschouwing worden genomen: A. het vernielingsvuur opa. artillerie; b ijzerdraadversperringenc. horizontaal gedekte mitrailleurnestend. loop graven; e. gebouwen; f. spoorwegen; B. vernietigingsvuur C. neutraliseerend vuur - D afsluitingsvuurE. storend vuur. ad 'c Berekend wordt aan de hand van Sch. Art. '22 dat voor het verkrij gen van 2 treffers in een mitrailleurnest van 3 bij 2,5 m. met houwitservuur benoodigd zijn rond 800 schoten of wel P/4 rantsoen van een batterij. Eveneens in No. 3: „De batter rij van 6 veld" majoor W-DfMevis De indruk die het hier gegeven beknopte overzicht van de batterij van 6 veld den lezer heeft gegeven, meenen we als volgt te kunnen samenvattenEen kanon dat ballistisch op het gevechtsveld een dankbaar gebruik zal kunnen vinden maar daarbij een vuurmond, die meer in het bijzonder in sectie- o batterij-verband een groot trefbaar oppervlak biedt' (geen schild, gioote VUMavorgseNonZ4.' April 1930. „Een opmerking over de taak van den antenne, officier eerste luitenant C.M.J.van Dommelen". Besproken wordt „een snelle, vrij nauwkeurige en veel toegepaste herleiding" van de melding in coördinaten of ten opzichte van merkpunten, gedaan door den artillerie-waarnemer m de lucht welke herleiding noodig is om de schoten (van de zijwaarts van de hjn lws - mk opgestelde batterijen) reeds dadelijk op of nabij het doel te doen vallen. Mil Wochenblatt. No. 32. Februari 1930. Zusammenfassung des ArtiUerie- feuers". „Zoo blijft inden bewegingsoorlog slechts de mogelijkheid den batterij- commandanten de grootste vrijheid te laten en ze zoo op te leiden dat ze zelfstandig het vuur concentreeren. Neemt een batterij-commandant waar dat het artillerie-vuur ergens krachtiger wordt, dan moet hij zelf besluiten zijn vuurkracht ook nog in te zetten^ als hij dat wellicht kan. Zulk een vrijheid en opleiding zal nu weliswaar dikwijls ertoe leiden dat dit concentreeren niet hn Sinne der taktischen Qrundgedanken" van den troepencommandant ligt. Ondanks dat is het voor de infanterie zaak, de geboden hulp van den vriend- artillerist niet te versmaden, maar die handig uit te buiten. Ook dat kan worden aangeleerd. De infanterie zal op deze wijze dan weer hier, dan wee elders vooruitkomen, misschien dikwijls langzamer, maar fel veiliger dan door een waargenomen vuurwals die steeds iets onnatuurlijks star behouden za A11° diw efzeri s c hef A/P \it&r Zei t u n g No. 3 Maart 1930. „Artilleristische ^ffveKfS n^en^^SSLmenvatting zijner vroeger ve. kondigde meeningen, met als hoofdmotief: „Het gecombineerde mfantene- regiment is de gevechtseenheid, de regimentscommandant is de verantwoor delijke chef". In verband daarmede wordt gewezen op fouten in de officiers opleiding op welker verbetering de schr. aandringt ten einde te komen tot die kameraadschap, van welke het succes op het geveditsvekl a hankel.jk .s Bulletin beige des sciences militaires. No. 2 Februari 1930 „Les feux. du trroupe d' appui direct" gen. majoor Grade. „Al wat men kan zeggen fs dat in" beginsel het vuur van een batterij slechts voldoende uitwerking.kan hébben, indien dat vuur goed wordt geregeld, d.wz. geregeld wordt door WaTechnischeaeï techschr^mftandigLden1 doen den afdeelings-commandant besluiten tot het geven van een „coup de marteau" door z'ln <jne batterijen in vmirconcentratie, dan wel door het vuur van een enkele batterij In No 3 (Maart 1930) een artikel: „L'artillerie de D. dans la jaarche d'annrociie" majoor Smedts. Bevat: beschouwingen omtrent 1. de deelen der divisie-artillerie gebruikt «la inl.nterie-gesclmt; 2 «Mta» beW met den steun der voorhoede tijdens den „marche d approche 3. de waarneming tijdens de voorwaartsche beweging.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 106