725 „Men moet gesloten aanvallen, met golven van een escadrille tegelijk, de golven elkander opvolgend zoo snel als mogelijk is. Twee formaties komen in aanmerking: de escadrilles in colonne, de vliegtuigen in de hoogte ge- échelonneerden als tweede formatiede escadrilles in linie met geringe échelonneering in de hoogte". Afweer van luchtstrijdkrachten. Infantry Journal No. 1. Januari 1930. „Antiarcraft Rifle Markmanship", kapitein S.H. Negrotto. „Bescherming van infanterie tegen luchtstrijdkrachten wordt verkregen door (1) maskeering; (2) verspreiding; (3) geweer- en mi- trailleurvuur. Dit artikel zal behandelen het geweervuur tegen luchtdoelen en de opleiding van geweerschutters in deze soort van infanterie-vum Mil. Wochenblatt. No. 35 Maart 1930, „Automatische Flugzeug-Abwehr- waffen", Dr. Daniktr. Besproken worden twee Vickers-afweerwapens nl. 1. het „Vickers 0,5 inch Automatic Gun Mark D" en 2. het „Vickers 25,4 mm. Automatic Gun, Mark A." Het eerste bestaat in twee typen nl. luchtgekoeld en watergekoeld. Gewicht is 36,7 kg. respectievelijk 45 kg. Gewicht drievoet: 49,7 kg. Maximum dracht: 5,4 km. Grootste stijghoogte projectiel: 4,5 km. Theoretische max. vuursnelheid 450 schoten per minuut." Het tweede wapen heeft een max. dracht van 5 km. Grootste stijghoogte projectiel bedraagt 3,2 k.m. theoretische maximum vuursnelheid 250 schoten per minuut. Ge wicht =85 kg. Gewicht drievoet 127 kg. Het richttoestel weegt 20 kg." La Revue d'infanterie. No. 449. Februari 1930 „La protection anti-aérien- ne de l' infanterie dans les transport par chemin defer", luit.-kolonel Hanaut. Zonder den steun welke voor de verdediging kan worden geleverd door de automatische wapens, waarover ze beschikken, zullen de onderdeelen der transporten, om in- en uitladen te dekken tegen ondernemingen van vijande lijke luchtstrijdkrachten vooral moeten rekenen op onzichtbaarheid, meer of minder volkomen, welke hun verzekerd wordt door een juiste toepassing van hetgeen daaromtrent is voorgeschreven in de „Instruction provisoire du 5 avril 1927, traitant régies militaires relatives 1' execution des transports". Behandeld worden de verschillende voorschriften uit het reglement en een toepassing daarvan op een bepaald geval. V erbindingsdienst Mavors No. 4. April 1930. Verbindingbevelen", kapitein G. Stürm. Aangevan gen wordt een bespreking van „de werkwijze der verbindingsafdeeling, in het bijzonder in de lagere eenheden (regiment, bataljon, compagnie) aan de hand van de tactische toestanden, voorkomende in Bijlage B van V. Vbd. D. 24", waarbij volgen, ingeleid door een legeringsstaat en een bevel voor den voor posten-commandant, eenige verbindingsbevelen behoorende bij de genoemde bijlage. Mil. Wochenblatt. No- 35. Maart 1930. „Der Brieftaubendienst und seine Weiterentwicklung auf Grund der Kriegserfahrungen", „Ook in den bewe gingsoorlog wordt, naar ervaringen van den wereldoorlog en den naoorlogs- tijd, dikwijls de gelegenheid geboden om zich van de postduif als zeker ver bindingsmiddel te bedienen, zelfs bij marcheerende troepen". „Op grond van die ervaringen uit den laatsten oorlog wordt aan den post- duivendienst nu in alle staten de noodige aandacht geschonken". La Revue d' infanterie. No. 448. Januari 1930. „La radio-téléphonie se crete", luit.-kolonel Ir. Bedoura. „Er zijn meerdere manieren het vraagstuk van de geheimhouding in de radiotelefonie te beschouwen. Wij telefoneereu dui delijk, goed hoorbaar, want men vercijfert niet een gesprek zooals men een bericht vercijfert. Alleen enkelen, de opgeroepenen die we willen bereiken, moeten dus onze mededeeling kunnen ontvangen. Wat de ongewenschte luisteraars betreft, deze moeten of niets ontvangen, of wel ze ontvangen de gesproken taal, welke we voor de microioon hebben geuit onder den vorm van zoodanige brabbel taal, dat de beste cryptoloog zal moeten bekennen, ze nimmer te kunnen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 111