727
Organisatie.
Infantry Journal. No. 3. Maart 1930. „Reorganization of the infantry
in the division" Verwezen wordt naar de ontwerp-organisatie van het bataljon,
waaruit blijkt dat het bataljon twee mitrailleur-compagnieën zou krijgen en
drie infanterie compagnieën. De sectie der infanterie-compagnie bestaat dan
uit 4 groepen elk van 2 automatische geweren 6 geweren.
Tot het bataljon behoort nog een 3,7 kanon en een 7,5 cm. mortier. Doel
der reorganisatie is verhooging van de vuurkracht door een grooter aantal
automatische wapens en semi-automatische wapens, meer dan door het ver-
hoogen van het getal geweerdragenden.
Bulletin beige des sciences militaires. No. 2. Februari 1930. In dit num
mer komen zeer uitgebreide gegevens voor omtrent leger en Marine van
Italië, onder,,L' organisation de la défense nationale en Italië"
Mil. Wochenblatt. No. 36. Maart 1930. Die Maschinengewehre der Ka-
vallerie". Een uittreksel uit het overeenkomstige artikel uit de France Militaire
van 19-11-'29, waarin wordt gepleit voor het vormen van een afzonderlijk
mitrailleur-escadron, dat dan niet meer, als tot dusver, behoort tot het „esca-
dron hors rang" doch een afzonderlijke, nieuwe eenheid zal vormen. Het
overblijvende van het „escadron hors rang" zou dan kunnen worden gesteld
onder de bevelen van den verbindingsofficier.
Algemeen.
Mavors. No. 4. April 1930. „Weergeldbelasting' B. J. Krantz. Besproken
wordt het militiestelsel in Nederland en de Zwitsersche weergeldbelasting,
welke bestaat uit een persoonlijke belasting van 6 Zwitsersche francs en uit
een daarbij komenden toeslag, welke geheven wordt in verhouding tot het
vermogen en het inkomen. De maximum belasting bedraagt 3000 francs
per jaar.
Schweiz. Monatschrift für Offiziere aller Waffen. No. 2. Februari
1930 Die soziale Betatigung des Offiziers", luit.-kolonel S. Boelcke.
Een bespreking van het in de Februari-Maart-afleveringen van Wissen und
Wehr verschenen artikelenDie sozialen Miszstande int Heer wdhrend des
Weltkrieges," door majoor Volkmann. „In 't algemeen geldt dat de oorlogs
officier met de manschappen meeleeft en voordeelen van uiterlijken aard
slechts genieten kan, zoolang daardoor zijn verantwoordingsvolle werkzaam
heid wordt bevorderd. Zoolang de manschappen goed gevoed, gekleed, ge
huisvest en niet afgejakkerd worden, zal het niemand invallen aan de uit
vredestijd stammende levenswijs van den officier aanstoot te nemen. Wanneer
echter brood een kostbaarheid wordt, is het plicht van den officier voor zijn
menschen eveneens honger te lijden als hij het vroeger zich als plicht aan
rekende hun een voorbeeld te zijn in den dood. In zulke tijden wordt een
weelderige officierstafel tot een misdaad tegen den geest van den modernen
oorlog, zelfs al is die tafel alleen maar uiterlijk goed voorzien".
The Army Quarterly. No. 2. Januari 1930.
Belangstellenden verwijzen we naar „Air-photographs and their military
uses", door kapitein A. C. Duff, waarin we, na de inleiding, achtereenvolgens
behandeld vinden 1. Methods of air-photography. II. The military uses of
air-photographs. III. Problems awaiting solution.
In hetzelfde nummer: „The Soviet Red Army", Al. Smirnoff.
„In Rusland zou tegenwoordig alleen een nationale oorlog een direct beroep
doen op de massa, hetzij voor de verdediging van het vaderland, hetzij om
een van de verloren provincies terug te krijgen. Maar zelfs zoo'n oorlog
zou gevaarlijk kunnen worden voor het huidige regime, want het bijeenbren
gen van groote troepenmassa's van het geheele land, zou zeer goed kunnen
leiden tot het algemeen bekend worden van vele grieven, welke de Roode
leiders liefst onbekend zouden houden".