houden rechtervleugel niet zooals in de bedoeling van het
plan-von Schlieffen lag gevoed met vrijgemaakte krachten van
den defensief te houden zuidvleugel, integendeel zelfs verzwakt
door het afstaan van de beide korpsen. Tijdroovende hergroe
peeringen schenen nu noodig noch mogelijk, het scheen meer
noodzakelijk den wijkenden vijand op de hielen te blijven.
Hoewel de Fransche Opperbevh. Joffre den 24sten aan de
Regeering liet seinen, dat in de streek tusschen Longwy en de
Maas de Fransche aanval definitief tot staan gekomen was en
dat het tusschen Maas en Sambre opereerende Fransche Leger
en de Engelschen een naderlaag geleden hadden, welke hen
noodzaakte terug te trekken op de lijn Givet—Maubeuge—Va
lenciennes, zoodat de geallieerde legers gedwongen waren, steu
nend op hun vestingen en de groote terreinhindernissen het
defensief aan te nemen, zouden de Duitschers al spoedig ervaren,
dat de gevechtskracht en de manoeuvreervaardigheid van Fran-
schen en Engelschen nog geenszins gebroken was.
De Vervolging. (Schets 3).
Inmiddels bleef de O. L. nog streven naar omvatting van de
Fransche linkerflank, waartoe de uiterste rechtervleugel naar het
westen aanhouden moest.
In de „Algemeene Aanwijzingen voor het 1ste tot 7de Leger
voor de voortzetting der operatiën" door de O L. den 27sten
Augustus uitgegeven, werd als algemeene marschrichting voor
dm rechtervleugel Parijs aangewezen. Het 1ste Leger moest
aanmarcheeren op de Seine beneden Parijs, het 2de Leger over
Laon La Fère naar Parijs, het 3de Leger had als marschdoel
Chateau Thierry, terwijl het 4de Leger over Reims op Epernay
zou aanrukken. Het 5de Leger moest voorwaarts rukken naar de
lijn Chalons Vitry-le-Frangois. Door echelonneering links-
achterwaarts moest de linkerflank tegen Verdun beveiligd wor
den tot het 6de Leger deze taak ten westen van de Maas zou
kunnen overnemen. Verdun zou omsingeld worden.
Het ten koste van het 7de versterkte 6de Leger had als
eerste opdracht elk offensief in Lotharingen of den Boven-Elzas
af te wijzen. Ging de tegenstander terug, dan moest dit Leger
de Moezellinie tusschen Toul en Epinal doorbreken en in de
richting van Neufchateau (zuid) oprukken. Het verzwakte 7de
Leger moest beveiligen tegen Epinal en mogelijke aanvallen van
de Franschen uit de lijn Epinal-Belfort. Beide Legers werden
daardoor tot den 8sten September vastgelegd op een strategisch
niet beslissend front.
Het gunstige beeld, dat de O.L. zich tot nu toe op grond van
inkomende berichten omtrent den algemeenen toestand had ge
vormd, ondervond door de bloedige gevechten van de volgende
dagen ernstige verstoring, toen bleek, dat de gevechtskracht van
632