2de Leger? Generaal von Kluck stond voor een gewichtig be sluit. Bleef hij staan om ingevolge het ontvangen bevel achter waarts geëchelonneerd t. o. v. het 2de Leger te komen, dan zou daarmede elk beslissend medewerken aan de voortzetting van het offensief opgegeven worden. Of de druk van het frontaal tegen de Marne oprukkende 2e Leger voldoende zou zijn om de Franschen naar het Z. O. weg te drin gen, was zooveel te meer de vraag sedert als gevolg van het naar links gaan van het 3de Leger het zwaartepunt van de ope- ratiën steeds meer naar den binnenvleugel was afgegleden. Von Kluck besloot een dubbele taak op zich te nemen: de hoofdmacht van zijn Leger zou voorwaarts blijven gaan en de Marne overschrijden, terwijl 1 legerkorps met één Cav. divisie ten noorden van de Marne zouden blijven voor de flankbeveiliging. Na het overschrijden van de Marne bleef nog een legerkorps achter bij Meaux; de overige drie korpsen met twee divisiën van het 2de Cav. Korps marcheerden door in de richting van Esternay. Door het snel voorwaarts rukken van het 1ste leger was den 4den September de mogelijkheid tot inzwenken tegen 's vijands linkerflank nabij gekomen. Het 2de Leger had inmiddels de Marne eveneens overschreden, doch was nog een dagmarsch achter het 1ste. Door hardnekkigen tegenstand van den vijand hadden het 4de en 5de Leger ten wes ten van Verdun slechts weinig terrein kunnen winnen. De Opperbevh. van het 1ste Leger besloot den 5den Septem ber met de hoofdmacht de beweging in Z. O. richting voort te zettenvan de flankdekking moest het tusschen Marne en Oise staande korps met de Cav. divisie zich naar den noordelijken oever van de Marne verplaatsen in de omgeving van Meaux en het ten zuiden van Meaux staande korps nog omstreeks 20 K M. verder naar het Z.O. gaan. De Opperbevh. van het 1ste Leger had bewust gehandeld tegen de bevelen van de O. L., doch dit gedaan in de overtuiging, dat de operatie slechts slagen kon, indien de opdracht tot beveiliging van de flank beneden die van de vervolging gesteld werd en in de meening, dat dit ook kon, daar de bedreiging uit Parijs met zoo hoog werd aangeslagen, dat daarvoor loslaten van de om- vattingsgedachte noodig zou zijn. In vast vertrouwen op de strategische gevolgen van het bereiken van het sedert dagen met de meeste energie nagejaagde doel, hoopte Generaal von Kluck door voortzetting van de vervolging de algemeene opera- tiën den besten dienst te bewijzen. Het besluit van den Opperbevh. van het 1ste Leger berustte echter op onjuiste vermoedens omtrent den vijand. In den laten avond van den 2den September had de O.L. van den Opperbevh van het 3de Leger vernomen, dat vliegerwaarneming voor het front van dit Leger 's middags het inladen en vervoeren in Z.W. richting van vijandelijke troepen had vastgesteld. Een eerste 634

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 14