waarschuwing, dat den vijand niettegenstaande zijn terugtocht de
mogelijkheid tot troepenverplaatsingen langs zijn uitgebreid spoor
wegnet nog niet ontnomen was.
Allengs werden de inkomende berichten omtrent troepenver
plaatsingen nabij Parijs dermate verontrustend, dat de twee dagen
tevoren bevolen operatie opgegeven moest worden en een gansch
nieuw besluit genomen.
Den 4den September vormde de O.L. zich het volgende beeld
omtrent den toestand De tegenstander heeft zich onttrokken aan
den omvattenden aanval van het 1ste en 2de Leger en met deelen
Parijs bereikt. Mededeelingen en zekere berichten van agenten
laten verder de gevolgtrekking toe, dat de vijand uit de lijn Bel
fortToul troepen naar het westen vervoert, eveneens dat hij
ook voor het front van het 3de, 4de en 5de Leger troependeelen
losmaakt. Een afdringen van de gezamenlijke Fransche legers in
Z.O. richting tegen de Zwitsersche grens is bijgevolg niet meer
mogelijk. Er moet veeleer op gerekend worden, dat de vijand tot
bescherming van zijn hoofdstad en ter bedreiging van den Duit-
schen vleugel sterke krachten samentrekt in de omgeving van Parijs.
De O.L. besloot nu de beide Legers op den rechtervleugel
een defensieve flank tegen Parijs te doen vormen. Het lste Leger
moest zich noord, het 2de zuid van de Marne met front naar het
westen voor den offensieven afweer gereed houden. Met ditonder
den drang der omstandigheden genomen besluit was de groote
leidende strategische gedachte voor goed geknakt; de vleugel,
welke door de strategische omvatting de beslissing moest brengen,
was in de verdediging gedrongen, dreigde zelfs zelf omvat te
worden. De vrijheid van handelen, het initiatief was naar den vijand
overgegaan.
Hoewel nu de rechtervleugel tot het defensief moest overgaan,
besloot de O. L. met de overige 5 Legers den aanval te blijven
voortzetten. Zij hoopte, dat het 4de en 5de Leger door hun stoot
ten westen van de Maas naar het zuiden toch nog aanmerkelijke
deelen van den vijand zouden kunnen terugdringen naar het Z. O.,
de sperforten ten zuiden van Verdun ten val zouden kunnen
brengen en daarmede den overgang over de Moezel voor het 6de
Leger mogelijk maken.
Het 3de Leger kreeg Troyes als marschdoel, waarbij de mo
gelijkheid in het oog gehouden werd dit Leger zoowel naar het
westen als naar het zuiden te kunnen inzetten. Door het front
maken van lste en 2de Leger naar Parijs en de voor het 4de en
5de Leger beoogde inzwenking naar het Z. O. dreigde echter
tusschen het 2de en 4de Leger een opening te ontstaan, voor
welker afsluiting het 3de Leger nauwelijks sterk genoeg geacht
kon worden.
In den nacht van 4 op 5 September werden de bevelen ter
uitvoering van het bovenvermelde besluit aan de Legercommando's
verzonden.
635