daarbij op hevigen weerstand van eenige Fransche legerkorpsen
stiet.
In den loop van den 5den September bemerkte Gen. von Kluck,
dat het gevaar uit Parijs veel ernstiger was dan hij vermoedde
niet alleen met een mogelijken uitval van de bezetting van Parijs
moest gerekend worden, doch een geweldige aanval met zeer
sterke krachten was te verwachten.
Dit nieuwe inzicht in den toestand verkreeg Generaal von
Kluck door berichten van den Opperbevh. van het 2de Leger,
welke bevestigd werden door den berichtofficier van het Groote
Hoofdkwartier, Overste Hentsch. Tevens kreeg Generaal von Kluck
schriftelijke aanwijzingen van Generaal von Moltke, waarin het
inzicht van de O. L. in den toestand werd medegedeeld. (Zie
blz. 20) „Die lund2Armee müssen daher gegenüber der Ostfront
von Paris verbleiben. Ihre Aufgabe istes,feindlichen Unternehmun-
gen aus der Gegend von Paris offensiv entgegenzutreten und sich
hierbei gegenseitig zu unterstützen.," aldus heette het verder
in dat schrijven.
Volle klaarheid bracht de aanval van het nog ten noorden van
de Marne staande legerkorps. Ten einde den toestand op te hel
deren, besloot de commandant van dit korps in westelijke richting
aan te vallen. De 's middags 2.30 ingezette aanval bracht aan
het licht, dat tusschen Marne en Oise overmachtige Fransche
strijdkrachten met sterke cavalerie stonden.
Generaal von Kluck besloot nu zijn vervolging dadelijk op te
geven en terug te gaan. Den 6den zouden drie legerkorpsen de
Marne overschrijden om het daar staande korps te hulp te snellen,
terwijl één korps voorloopig nog bij Esternay zou blijven.
Slechts gedeeltelijk kon dit plan tot uitvoering komen, want
den 6den begon de groote tegenaanval van de Franschen en
Engelschen uit het zuiden en tegelijkertijd de aanval uit de vesting
Parijs in oostelijke richting. Het nabij Esternay staande korps
werd dermate bedreigd, dat steun aan het nevenkorps werd ge
vraagd, zoodat dus twee korpsen (IX en 111) den 6den in hevige
gevechten gewikkeld nog ten zuiden van de Marne bleven staan.
Toen de avond viel was de aanval van het 5de Fransche Leger
tot staan gebracht.
Middelerwijl vielen de Franschen ten noorden van de Marne
met twee legerkorpsen aan en trachtten met hun cavalerie den
rechtervleugel van het daar staande Duitsche korps (IVde Res. K.)
te omvatten. Met behulp van het uit het zuiden aansnellende
Ilde Korps, dat aan beide zijden van het ernstig bedreigde IVde
Res. K. een divisie inzette, werd de Fransche aanval gekeerd en
de Fransche rechtervleugel zelfs door een energieken tegenaanval
over eenigen afstand teruggeworpen.
Den 7den 's morgens greep het IVde Duitsche Korps na een
marsch van 60 K.M. met groote energie op het Ourcq-front in.
637