tes zu rechnen ist. Beide Korps hatten am 6 September bei
Esternay einen schweren Kampt gegen weit überlegenen Feind
siegreich bestandenim unmittelbaren Anschlusz daran hatten
sie am 7 September etwa 60 K.M. zurückgelegt und waren in
der Nacht zum 8 September bereits 2.10 morgens nach nur kurzer
Rast wieder alarmiert worden, um sofort den Gewaltmarsch nach
dem rechten Fliigel anzutreten. EinekurzeMittagspauseabgerechnet,
marschierte die Truppe bis zur einbrechenden Dunkelheitdie
Marschleistung betrug an diesem Tage abermals 60 bis 70 K.M.
Die Sonne hatte den ganzen Tag iiber ihre sengenden Strahlen
auf die vorwartsstrebende Truppe gesandt. Der furchtbare Staub
in Verbindung met der glühenden Hitze hatte die Anstrengungen
verfielfacht. Der Atem war benommen, die Zunge klebte bei
qualendem Durst am Gaumen. Trotzdem war nach Angaben der
beiden Kommandierenden Generale, der Generale von Lochow
und von Quast, wahrend des ganzen Tages Geist und Frische
der Truppe ausgezeichnet geblieben. Die Marschverluste waren
zwar nicht unerheblich, beëintrachtigten jedoch nicht die Angriffs-
kraft der Korps". (Reichsarchiv, Der Weltkrieg).
Door het terughalen van de korpsen van het 1ste Leger naar
den noordelijken Marneoever was tusschen het 1ste en 2e Leger
een groote opening ontstaan en het onmiddellijk verband tusschen
beide legers verloren gegaan. Deze opening werd bewaakt door
het 1ste en 2de Cav. Korps en een gemengde Brigade. Onder
scherpe achterhoedegevechten was de cavalerie langzamerhand
naar het noorden teruggeweken en stond zij in den avond van
den 7den aan de Marne. In deze opstelling wees het 2de Cav.
Korps den 8sten alle aanvallen van de Engelschen afminder
gelukkig echter vocht het 1ste Cav. Korps, waarvan een divisie
gedwongen was zich op den noordelijken Marneoever terug te
trekken.
Aan een ernstig opdringen van de Engelschen, die aanvankelijk
slechts langzaam gevolgd waren, doch nu de Marne hadden be
reikt, zouden de lichte troepen op den duur geen weerstand
kunnen blijven bieden; de gaping tusschen het 1ste en 2de Leger
werd dan ook noodlottig voor het verder verloop van de operatiën.
Zooals reeds vermeld staakte het 2de Leger na ontvangst van het
bevel van de O. L. de voorwaartsche beweging. Den 6den Sep
tember werd de rechtervleugel van dit leger, met de nog rechts daar
van staande korpsen van het 1ste Leger door den linkervleugel
van het 5de Fransche Leger krachtig aangevallen. De Fransche
aanval werd afgewezen, doch toen den volgenden dag het lilde
en het IXde L. K. van het 1ste Leger naar het noorden werden terug
genomen, moest ook de rechtervleugel van het 2de Leger terugbui
gen en ontstond de 35 K. M. breede gaping tusschen beide Legers.
639
Lees ook levendige schildering in „Vormarsch" van Walter Bloem.
(Bloem Res. Kapitein, Comp. Cdt bij 5de Divisie, lilde L. K.)