Van beslissenden invloed zou bij deze opvatting van zijn taak worden, dat Overste Hentsch reeds in Luxemburg waarheen het Groote Hoofdkwartier verplaatst was den toestand van den geheelen rechtervleugel, doch vooral bij het 1ste Leger, persoon lijk uiterst donker inzag. Nadat Overste Hentsch bij de Hoofdkwartieren van het 5de, 4de en 3de Leger was geweest en hem gebleken was, dat de toestand bij de Legers gunstig te noemen viel, arriveerde hij den 8sten 's avonds 7.45 in het Hoofdkwartier van het 2de Leger, waar hij kort daarna een onderhoud had met den Opperbevh. Generaal von Bülow zag den toestand bij zijn Leger niet on gunstig in en was van meening, dat zijn rechtervleugel den 9den stand zou kunnen houden, indiendeze niet werd omvat. Met zijn linkervleugel wilde hij dien dag den aanval voortzetten in aansluiting met den rechtervleugel van het 3de Leger. Generaal von Bülow meende echter, dat rekening gehouden moest worden met de mogelijkheid van een doorbreking met sterke vijan delijke krachten tusschen het 1ste en 2de Leger. Hem leek het beste het 1ste Leger zoover terug te nemen, dat het zoowel een oprukken van den vijand over de Marne kon verhinderen, als de rechterflank van de Duitsche Legers dekken. Gedurende dit onderhoud kwamen berichten binnen, welke voor Generaal von Bülow aanleiding waren te bevelen, dat de rechtervleugel nog iets meer teruggenomen zou worden. Gevolg hiervan was, dat de gaping tusschen 1ste en 2de Leger nog grooter werd. Deze tactische maatregel was voor Generaal von Bülow geen reden om den toestand bij zijn Leger daarom minder gunstig te beoordeelen. Overste Hentsch verontrustte zich even wel zeer over het vergrooten van den afstand tusschen beide Legers, terwijl naar zijn inzicht het 1ste Leger zoodanig door den vijand gebonden zou zijn, dat het niet meer in staat zou zijn een over de Marne vooruit dringenden vijand terug te wer pen. Hij beval daarom aan, dat het 1ste en 2de Leger tijdig vrijwillig terug zouden gaan, want op die wijze alleen kon de voeling tusschen beide Legers weer opgenomen worden. Gene raal von Bülow echter had nog geen oogenblik gedacht aan een terugtrekken van zijn Leger en bleef nog van oordeel, dat een aantrekken van het 1ste Leger naar het 2de mogelijk was en de situatie het terugnemen van zijn Leger niet vorderde. Het onderhoud eindigde met de overeenkomst, dat het 2de Leger eerst dan zou teruggaan wanneer blijken zou, dat de vijand inderdaad met aanmerkelijke krachten de Marne over schreed en daarmede in den rug van het lste Leger ging optreden. De voorstelling, welke Overste Hentsch gegeven had over den toestand bij het lste Leger liet niet na een somberen indruk te vestigen in het Hoofdkwartier van het 2de Leger. Helaas had men de plannen voor den 9den, welke het lste Leger draadloos 641

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 21