In naam van de O. L. beval Overste Hentsch toen het 1ste Leger den aanval te staken en den terugtocht te aanvaarden. Op den rechtervleugel begonnen, plantte de terugtocht zich naar het oosten voort. Het 3de Leger, dat in de omgeving van Vitryle- Fran^ois de aanvallen van het 4de Leger had ondersteund, werd den lOden achter de Marne teruggenomen; het 4de en 5de Leger, welke den lOden nog met goed gevolg aanvielen ten Z. W. van Verdun, ontvingen den 11 den bevel voor den terugtocht. De Duitsche Legers, die met zoo onstuimigen drang het vijan delijk gebied waren binnengerukt en meenden, dat het uur der groote zegepraal nabij was, werden teruggenomen tot achter de lijn Soissons—Reims-Verdun. Beschouwingen. De kern van het plan von Schlieften wasmet onverzettelijken wil den vijand de wet voorschrijven. De rechtervleugel moest de beslissing brengen, ook al zouden de Franschen met overmach tige strijdkrachten Lotharingen binnenvallen. Naar von Schlieffen's overtuiging zouden de Franschen hun aanval niet kunnen voort zetten, zouden ze wel terug moéten keeren, zoodra ze de groote omvatting uit het noorden zouden opmerken. Heeft von Moltke deze kern overgenomen Dit zou geschied zijn, indien von Moltke, zij het ook na een eenigszins sterker maken van den linkervleugel, alle aandacht geconcentreerd had gehouden op den rechtervleugel. Doch dit deed hij niethij onderscheidde twee mogelijkheden: öf de vijand viel met zijn hoofdmacht Lotharingen binnen en dan wilde von Moltke hem daar beslissend slaan, öf 's vijands hoofdaanval kwam in Lo tharingen niet en dan zou de hoofddruk der Duitsche operatiën op den rechtervleugel liggen. Door deze redeneering geraakte von Moltke echter afhankelijk van 's vijands handelingenhij gaf daarmede het initiatief prijs. Bovendien moet uit de gebeurtenissen afgeleid worden, dat Generaal von Moltke het meest rekening hield met het zoeken van de beslissing in het zuiden. Dit kan o. m. blijken uit de omstandigheid, dat de O. L. zich aanvankelijk het meest gedetail leerd bezig hield met het optreden van het 6de en 7de Leger. Vrij nauwkeurig werd de te volgen gedragslijn dezen Legers aangegeven, terwijl voor de noordelijke Legers werd volstaan met het geven van globale aanwijzingen. Aanvankelijk scheen von Moltke's inzicht bevestigd te zullen wordende inkomende berichten duidden op een hoofdaanval in Lotharingen. Het Opperbevel van het 6de Leger leidde den terugtocht in om de Franschen in de fuik te laten loopen. 643 HET OPERATIEPLAN.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 23