dragers verspreiden, handig opwerken naar de stelling, verkenners
voor, en wanneer het tot vuren komt, snel, verrassend opduiken,
zeker schieten en treffen, snel verdwijnen en ergens anders weer
opduiken. De zware mitrailleur overlegd inzetten, niet ergens
heen gooien".
Zeker, dat is de oplossing die voor onze Indische mitrailleurs
ook moet gelden, (n. 1. Ie Echelon). Merkwaardig, wanneer we
onze karabijnmitrailleurs eens beschouwen, dan gelooven we, dat
die het de zware mitrailleurs ook in deze niet makkelijk maken.
Zoo zien we, dat alle vraagpunten van de Infanteriebewapening
zoo nauw ineen grijpen, dat het ééne voordeel een ander nadeel
schept, men altijd een compromis moet sluiten, terwijl de oorlog
zal bewijzen of de keuze gelukkig is.
Verder komt Overste Schobert nu met het teere punt: „Wan
neer het noodig is moeten offers gebracht worden, de verliezen
zullen groot zijn, daarom moet „jeder Schütze" kunnen inspringen.
„Ein hohes Ziel unserer Ausbildung".
Of elk land dat hooge doel zal kunnen bereiken
De oorlog heeft geleerd dat de zware mitrailleurs zelfs met
zware verliezen nog gebruikvaardig blijft, dat één man hem kan
bedienen zegt Overste Schobert.
Zeker, dat is waar. Doch waar blijft dan dat verkennen, verspreid
oprukken, bliksemsnel vuur openen, verdwijnen, in een reserve
stelling weer opduiken Daar zijn geroutineerde zware mitrail-
listen voor noodig, dat kan zeker in een ander leger dan het
Duitsche geen gewoon schutter.
Wij willen het nog eens herhalen, in verband met zware mi
trailleurs, vinden wij het artikel van den Overste Schobert het
mooiste wat we ooit lazen, maar ook dit artikel versterkt ons
in onze meening:
Dat de zware mitrailleur geen eenheidsmitrailleur in het batal
jon moet zijn. Men geve den bataljonscommandant een a[deeling
lichte mitrailleurs zooals door Majoor Bakker in het I. M. T. dd.
1929 No. 12 als eenheidsmitrailleur voorgesteld.
Men heeft dan op die afstanden van 800 M. en minder, groote
trefjuistheid, men kan desnoods in voorste lijn optreden, iedereen
kan invallen, kortom alle nadeelen die men in
die laatste phase heeft, worden tot een mini
mum beperkt.
Zeker, wij krijgen per bataljon in de naaste toekomst een sectie
van 3 mitrailleurs van 13 m M. erbij. Doch deze helpen in die
laatste phase niet, heffen het nadeel hierboven genoemd niet op.
Bovendien men moet toch ook eens aan luchtafweer denken
653
In verband hiermede zouden we terloops willen wijzen op de invoering
van de Stokes-Brandt mortieren. Per Mitrailleurcompagnie zal worden uitge-