Aanvankelijk hield de laatste vast aan het plan-von Schlieffen,
doch na 1908 begon hij veranderingen aan te brengen in de door
von Schlieffen gedachte krachtsgroepeering. Generaal von Moltke
sloeg de beteekenis van een Franschen aanval in Elzas-Lotharingen
hooger aan dan zijn voorganger.
Von Moltke kwam meer en meer tot de overtuiging, dat de Fran
schen bij het uitbreken van den oorlog een inval in Elzas-Lotha
ringen zouden doen en de mogelijkheid hun daar een beslissenden
slag toe te brengen, wilde hij zich niet laten ontgaan.
De sterkte der troepen ten zuiden van Metz werd in de plannen
steeds opgevoerd. Aanvankelijk lag het nog in de bedoeling om, in
dien het Fransche offensief in het zuiden uitbleef, het 7de Leger
per spoor naar den rechtervleugel te doen vervoeren, doch in 1910
werd daarvan afgezien.
Von Moltke ging dus over tot versterking van den zuidvleugel.
Volgens het plan-von Schlieffen van 1905 zouden ten noorden van
den vestingdriehoek MetzDiedenhofen 54 divisiën opereeren en
ten zuiden daarvan 8, terwijl voor de toekomst werd gewenscht
een opvoeren van deze sterkten tot resp. 63 en 9 divisiën. Een ver
houding tusschen N.- en Z.-vleugel als van 7 1 dus. Generaal von
Moltke evenwel liet in 1914 54 divisiën opmarcheeren ten noorden
van MetzDiedenhofen en 16 ten zuiden daarvan verhouding
3 1. De zuidvleugel werd midden Augustus nog versterkt met 6 JA
Ersatzdivisie.
Von Moltke rekende dus klaarblijkelijk op den hoofdaanval van
de Franschen over de Fransch-Duitsche grens en hij wilde de Fran
schen daar in dat geval beslissend slaan. Lag voor hem het zwaar
tepunt van de operatiën nog op den rechtervleugel, zooals dit
ondubbelzinnig tot uiting kwam in het plan von Schlieffen
Oogenschijnlijk wel, immers in de „Aufmarschanweisungen" voor
1914 heette het nog ,,De hoofdmacht van het Duitsche leger zal
door België en Luxemburg naar Frankrijk oprukken. Deze bewe
ging is voor zoover de beschikbare gegevens over den Franschen
opnrarsch juist zullen blijken gedacht als een zwenking onder
vasthouden van het draaipunt Diedenhofen-Metz. De beveiliging
van den linkervleugel van de hoofdmacht valt, behalve aan de ves
tingen Diedenhofen en Metz, ten deel aan de zuid van Metz op-
marcheerende deelen van het leger".
Niettegenstaande de ingrijpende wijziging door generaal von
Moltke in de groepeering van de strijdkrachten aangebracht, schijnt
de kern van het plan-von Schlieffen ondanks alles de beslissing
te laten zoeken door den rechtervleugel, door deze aanwijzingen
niet aangetast te zijn.
Uitlatingen van generaal von Moltke evenwel duiden in andere
richting. Meermalen heeft hij gezegd, dat het voortzetten van de
groote zwenking van de Duitsche legers door België naar Noord-
Erankrijk zinloos zou worden, zoodra de vijand de beslissing met
623