is in de praktijk steeds mogelijk gebleken, indien zij met geen extra werk worden belast. Het commando „Laadt" en het commando „Vuren" blijft vol gens den schrijver in zijn eigen hand. Dit zijn dus uitzonderingen op den regel, welke in het artikel door den schrijver werd vooropgesteld n. 1.: „De telefonist-batterij herhaalt met luider stem, hoorbaar voor de drie St. Cn. en de bediening commando'sgewijze de door den telefonist B. C. door gegeven co's." Hieruit blijkt dat de schrijver toch ook voelt, dat de telefonist batterij niet mag treden in de bevoegdheden van den ondercom mandant en dat in dergelijke gevallen de voorgestelde tijdwinst (zie echter boven) ten koste kan gaan van de juistheid. In het kort resumeerend, wordt dus door mij het zwaartepunt gelegd op een oordeelkundige samenwerking tusschen de ver schillende commandanten. De huidige batterijdienst voldoet dan aan de eischen, dat de commando's onvoorwaardelijk juist en snel overkomen, met als gevolg een snelle vuuropening, mits streng de hand wordt gehouden aan herhaling van de gegeven commando's en het ge bruik van staten en staatjes tot een hoogst noodzakelijk minimum wordt beperkt. Men geve den ondercommandant en den stukscommandanten de verantwoordelijke plaats, die hun toekomen. De ondercommandant, die met het oog en de stem de bat terij beheerscht, is verantwoordelijk voor de stukkende stukscommandanten zijn verantwoordelijk voor hun stuk. Om verzekerd te zijn, dat een batterij onder alle omstandig heden goed en vlot wordt bediend, behoort in de eerste plaats een systematische oefening in het garnizoen plaats te vinden, waarbij de meeste zorg moet worden besteed aan de comman dotechniek en de elementaire bediening. De telefoondicipline moet tot het hoogste worden opgevoerd. De officieren en onderofficieren behooren in de betreffende reglementen en voorschriften doorkneed te zijn en deze volko men te beheerschen. Ten laatste wil ik nog een lans breken voor de kanonniers van „toen". De kanonniers van „toen" waren geen haar minder dan die van „thans". Wie deze toenmalige kanonniers heeft zien werken op schiet oefeningen met allerhande geschut, zal hen in eere houden. 671

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 51