deelen. De telefonisten, zooals ik reeds zeide, bevinden zich eenigs- zins achter de batterij, hebben van deze geen last. De O.C., die commandeert, bevindt zich hier op eenige meters afstand van, met zijn rug naar den telefoonpost toe. Ook van hem hebben zij geen last Bovendien kan de telefonist pas cos gaan doorgeven, nadat deze door hem herhaald zijn, de tijdsbesparing door het niet herhalen der st. Cn. verkregen gaat op deze wijze grootendeels weer te niet. Het zelfstandig werken van den richter en tempeerder is gevaar lijk, het werkt fouten in de hand. De richter moet uit het hoofd rekenen. Krijgt hij een co wijder of nauwer erbij, dan wordt het nog ingewikkelder. Vooral bij gespannen zenuwen in oorlogstijd, lijkt mij dit ondoenlijk. Wel geeft schrijver aan dat de st. C. even tueel den kijkerstand aan den richter mededeelt, doch dit is geen voldoende waarborg, indien dit niet altijd gebeurt. Beter lijkt het mij dat het blijft bij het oude. De tijd die dit langer duurt, (als dit zoo is) wordt ruimschoots ingehaald, doordat de noodzaak van controle veel minder wordt, doch hierover later. Wat echter een belangrijke besparing aan tijd geeft, is de bat terij klaar melden op het moment dat het eerste stuk geladen wordt, bij een goed geoefende batterij kan dit reeds gebeuren, op het mo ment dat bij het eerste stuk het projectiel het tempeertoestel verlaat. De tijd nu van het telefoneeren van batterij naar B.C. en het com mando vuren weer terug van B.C. naar de batterij wordt hierdoor geëlimineerd. Reglementair zou in een noot misschien een aan wijzing in dezen zin opgenomen kunnen worden. De controle zoowel van O.C. als st. Cn. moet tot een minimum beperkt worden, hetgeen bij geoefend personeel ook mogelijk is. Juist het herhalen geeft de zekerheid dat de cos goed zijn doorge komen, zoodat alleen de mogelijkheid overblijft, dat er door den st. C. een rekenfout wordt gemaakt, of wel dat de richtmiddelen of het tempeertoestel verkeerd worden gesteld, welke kans bij geoefend personeel gering is. De controle van den O.C., welke moet bestaan uit het af en toe opvragen der standen, welke zooals schrijver ten rechte opmerkt, door de st. Cn. van het toestel af gelezen worden, mag nimmer ten koste gaan van de vlotheid van werken van de batterij. Het klaar melden mag hier niet op wachten. Ook de st. Cn. zullen af en toe een en ander controleeren, de tem- peering bijv. bij het laden geringe controle zal het zelfvertrouwen van den man verhoogen. Bij toepassing van het door schrijvers voorgestane stelsel wordt er n.m.b.m. te veel gecontroleerd, zoowel door den O.C. als door de st. Cn. Laatste alinea van blz. 545 luidt als volgt „Zijn alle 675

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 55