5. DE INFANTERIE-CEN TRAALSCH AKELAAR EN DE MODERNE (VELD)CENTRALE. door A. B.C. SCHOONDORP. Ie luitenant der Artillerie. Het is een verblijdend teeken, dat de verbindingsdienst, waar van het groote belang sedert den wereldoorlog in sterke mate aan den dag is getreden, zich ook bij het Ned. 0.1. leger thans in een ruime belangstelling mag verheugen. Echter valt in dit opzicht bij ons leger nog een groote achter stand te boeken. Centralisatie van den verbindingsdienst, gepaard gaande aan een zoo economisch mogelijk gebruik van materieel en personeel, de aanschaffing van modern materieel en uitbreiding van technisch goed geschoold personeel is een gebiedende eisch teneinde deze achterstand te kunnen inhalen. De huidige stand der techniek in het oog houdende kan ge constateerd worden, dat de lijntelefonie in een vergevorderd stadium van volmaaktheid verkeert. De meening van sommigen, dat de draadverbindingen in den bewegingsoorlog zullen moeten wijken voor radio en optische verbindingen, kan naar m. m. zonder meer niet worden toegegeven. In verband met het huidige ontwikkelingsstadium van de radio techniek, waarbij afluisteren tot op grooten afstand met betrek kelijk eenvoudige ontvanginrichtingen mogelijk is, en het storen van de eigen radiostations door den vijand een niet onbelangrijke factor zal blijken te zijn, bieden de draadverbindingen in dit opzicht een belangrijk voordeel, alhoewel afluisteren daarbij pok mogelijk is, doch in geringere mate. De radioverbindingen komen op het gevechtsveld hoofdzakelijk in aanmerking voor het verzenden van korte codeberichten, die slechts voor korten tijd van waarde zijn, zoodat den vijand de gelegenheid ontnomen wordt om gebruik te maken van de gege vens nadat de code door een cryptograaf ontcijferd is. Teneinde de waarde te behouden, die in het gebruik maken van een code gelegen is, dient veelvuldig van code veranderd te worden. In verband hiermede moge verwezen worden naar het artikel in het Wetenschappelijk Jaarbericht I. K. V. 1928 blz. 360 e. v. 677

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 57