machtige krachten tusschen Metz en de Vogezen tot den aanval over dan moesten de operatiën zoo geleid worden, dat een bedreiging van de linkerflank van den zwenkingsvleugel door een Fransche omvatting ten oosten langs Metz werd verhinderd. Verder voorzagen de aanwijzingen nog in de mogelijkheid, dat het 6de en 7de Leger bij hun aanvankelijk offensief tegen de Moe zel en de Meurthe niet op overmachtige Fransche krachten zouden stooten. Voor dat geval werd ondersteuning van den zwenkenden vleugel door het 6de Leger voorzien door een opereeren van dit Leger in noordelijke richting over Metz of op den linkeroever van de Moezel. Voorts werd nog aan het 7de Leger als nevenopdracht gedu rende den opmarsch opgedragen te waken tegen een Franschen inval in den Opper-Eizas van Belfort uit. In de eerste helft van Augustus rukten de Franschen op twee plaatsen de grens over. Den 9den Augustus werd de slag bij Miihl- hausen geleverd, terwijl den llden het gevecht bij Lagarde (aan het Marne-Rijnkanaal op de grens) plaats vond. Op laatstgenoemden datum vermoedde de O. L. sterke Fransche strijdkrachten voor de grens bij Toul en Epinal en tusschen deze vestingen. Over de sterkte van den tegenstander tegenover het mid den van de Duitsche legers ontbraken vooralsnog betrouwbare gegevens, terwijl op den Franschen noordvleugel zich nog geen belangrijke krachten schenen te bevinden. Daar waren slechts 2 Fransche legerkorpsen aan de Maas ten zuiden van Namen gemeld. Op grond van deze gegevens rekende de O L. met de moge lijkheid van een offensief van de hoofdmacht der Fransche legers in Lotharingen. Den 13den Augustus scheen de toestand zich duidelijker af te teekenen. Alle berichten spraken van zeer steike Fransche troe penverzamelingen in Lotharingen, zoodat de O. L. den indruk kreeg, dat de Franschen de beslissing wilden zoeken door een groot offensief tusschen Metz en de Vogezen. Met die mogelijk heid had Generaal von Moltke steeds gerekend, zoodat hij door de berichten geenszins verrast was. De beslissende slag zou dus in Lotharingen geslagen wordende operatiën van den rechtervleugel werden nu een onbelangrijke nevenonderneming. Het lag nu in de bedoeling van Generaal von Moltke met zoo sterk mogelijke krachten de Franschen aan te grijpen. Sedert 10 Augustus waren de troepen ten zuiden van Metz onder de eenhoofdige leiding van den Opperbevh. van het 6de Leger ge steld. Kwamen de Franschen vooruit dan zou het 6de Leger achter de Saar terugwijken en aldus de Franschen in een zak laten loopen, gevormd tusschen Metz, de Saar en de Vogezen. Vervolgens zou dan het 5de Leger de Fransche noordflank aangrijpen door een aanval van Metz uit, de hoofdmacht van 625

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 5