7e. De inductieverschijnselen moeten tot een minimum beperkt blijven, althans van dien aard zijn, dat daardoor afluisteren uitgesloten is, en andere gesprekken niet gehinderd worden. 8e. Bij storing op één der lijnen mogen de andere verbindingen daardoor niet gestoord worden. Voor veldcentrales zijn nog de volgende speciale eischen te stellen. a. Moet draagbaar zijn, van soliede mechanische constructie en tegen weersinvloeden bestand. b. Mag een zeker gewicht niet te boven gaan. c.- Bij storing op een der lijnen moet snel vastgesteld kunnen worden, welke lijn dit betreft. d. Moet koordloos zijn (doorverbinding middels sleutels, koor den slijten door veelvuldig gebruik en geven spoedig kans op storingen) e. Moet afhankelijk van het aantal lijnen, dat aangesloten moet worden, uit één geheel bestaan met een vast aantal verbin dingsmogelijkheden, dan wel naar believen vergroot of ver kleind kunnen worden (uit cellen opgebouwd). f. Bij een vast aantal verbindingen moet koppeling met een gelijksoortige centrale mogelijk zijn. g. Moet zoowel geschikt zijn voor enkeldraadsverbindingen met aardteruggeleiding als voor dubbeldraadsverbindingen. Bij een beschouwing van het voorgaande springt dadelijk in het oog, dat eenvoud van constructie-zeer moeilijk te bereiken zal zijn. De behandeling van een technisch volmaakte centrale vereischt dan ook technisch geschoold personeel. Dat het ontwerpen en bouwen van goede veldcentrales, welke eenvoud in bediening en mogelijkheid van snel tot stand brengen van verbindingen moet paren aan een zeer goede mechanische con structie (veldgebruik niet eenvoudig is, blijkt wel uit het feit, dat firma's welke zich speciaal op den bouw van zwakstroomtoestellen toeleggen, met name Ericcson en Siemens en Halske eerst sedert kort een veldcentrale hebben ontwikkeld, welke volgens de genomen proeven bij de Technische compagnie van het Bataljon Genie troepen grootendeels aan de gestelde eischen bleek te voldoen. Waar de keuze van een dezer proefmodellen thans gevallen is, zal de verbindingsdienst naar alle waarschijnlijkheid bij de oefe ningen in den drogen tijd ook v.w.b. telefoontoestellen en veld- kabel, met modern materieel voor den dag kunnen komen. Aan de personeelsvoorziening wordt eveneens met de meest mogelijke voortvarendheid gewerkt. Bij de Artillerie waar het aantal benoodigde verbindingen dik wijls varieert, is sedert eenige jaren een centrale in gebruik, welke uit cellen wordt opgebouwd en dus naar believen tot het benoodig de aantal verbindingen kan worden uitgebreid. 683

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 63