het 7de Leger door een aanval uit het oosten. Zelfs werd voor
dezen aanval de medewerking van het 4de Leger overwogen
in den avond van den 14den kreeg het opperbevel van dit Leger
daarvan telefonisch mededeeling.
Den 15den begon het vervoer van de reeds genoemde 6'/2
Ersatzdivisie naar Saarbrücken en Straatsburg. Oorspronkelijk
waren 5 van deze divisiën bestemd voor het Oostfront, doch
thans werden ze gedirigeerd naar het Westfront. Tegen een
gebruik op den zuidvleugel verzette zich de Overste Tappen,
Chef van de Afdeeling Operatiën van het Groote Hoofdkwartier,
die ze op den beslissenden rechtervleugel ingezet wilde zien.
Overste Tappen gevoelde toch al weinig voor de dubbel omvat
tende operatie op den zuidvleugel, welke alleen kans van slagen
kon hebben, indien de Franschen ver genoeg naar het oosten zouden
doorstooten, waarvoor intusschen niet voldoende zekerheid bestond.
Den 16den Augustus kwam een wending in den toestand. Uit
de sedert ingekomen berichten moest besloten worden, dat de
hoofdmacht der Franschen niet in het zuiden zouden aanvallen.
De medewerking van het 4de en 5de Leger bij het opereeren in
Elzas-Lotharingen werd opgegeven en het oude plan beslissing
door den ver uithalenden rechtervleugel herkreeg zijn oorspron
kelijke beteekenis.
Als gevolg van den gewijzigden toestand moesten de Opperbevhs.
van de Legers van bevelen voorzien worden, welke den 17den
Augustus in den namiddag uitgingen.
Het begin van het algemeen offensief werd daarin gesteld op
den 18den Augustus. Voor het 1ste en 2de Leger luidden de
bevelen
„lste en 2de Leger en 2de Cavaleriekorps worden voor het
voorwaarts gaan ten noorden van de Maas onder de bevelen van
den Opperbevh. van het 2de Leger gesteld. Het komt er op aan
de vijandelijke strijdkrachten welke gemeld zijn in stelling staande
tusschen Diest, Tirleinont en Wavre onder dekking van de eigen
linkerflank tegen Namen, van Antwerpen af te dringen. Het later
optreden van de Legers is gedacht uit de lijn Brussel Namen,
onder dekking tegen Antwerpen".
Reeds thans werd de aandacht van den Opperbevh. van het
2de Leger gevestigd op het doen vallen van de vesting Namen
door den linkervleugel van het 3de Leger.
Het 3de Leger moest met den rechtervleugel oprukken tegen
het Z. O.-front van Namen, in aansluiting met den linkervleugel
van het 2de Leger. Op nauwe verbinding met de nevenlegers,
vooral ook met het 4de, moest gelet worden. Gewezen werd
op de te verleenen medewerking van den rechtervleugel bij den
aanval op Namen.
Het 4de en 5de Leger ontvingen slechts de mededeeling, dat
het oprukken van de Legers volgens de „Aufmarschanweisungen"
626