en de Opperbevh. van het 6de Leger stelde zich in verbinding met den Opperbevh. van het 7de Leger, waarbij overeengekomen werd de teruggaande beweging definitief te staken en tot den aanval over te gaan, waarvoor bij het 7de Leger den volgenden dag de inleidende bewegingen zouden beginnen. In den avond van dien dag kwam het hierboven reeds ver melde bevel, dat den in de Rijkslanden opereerende troepen tot taak steldedekken van de linkerflank der zwenkende legers. In den nacht van 17 op 18 Augustus arriveerde in het Hoofd kwartier van het 6de Leger de Overste von Dommes van het Groote Hoofdkwartier, die opdracht had de zienswijze van Ge neraal von Moltke aan den Opperbevh. mede te deelen. Naar het inzicht van Generaal von Moltke viel in Lotharingen wel is waar niet meer te rekenen op een aanval van de Fransche hoofdmacht, doch wel met het oprukken van een aanzienlijk deel van de Fransche legers. Aanbevolen werd eerst terug te gaan tot de Saar en de Vogezen, om daarna den binnengedrongen vijand door een aanval op zijn vleugels vernietigend te verslaan. Gewaar schuwd werd tegen een aanval uit de opstelling welke op dat moment was ingenomen, daar de nabijheid van de Fransche sperversterkingen een uitbuiten van de overwinning zou verhin deren. Men ziet, dat er nog al eens tegenspraak was in de berichten en aanwijzingen van de O. L., waardoor het voor den Opper bevh. van het 6de Leger bijzonder moeilijk werd tot een defini tief besluit te komen. Nadat besloten was den terugtocht te staken en tot den aanval over te gaan, waarvoor ook reeds de noodige bevelen gegeven waren, thans deze zienswijze van de O. L. Na ampele overweging besloot de Opperbevh. van het 6de Leger geen verandering te brengen inde voorden 18den gegeven bevelen. Ook de 18de verliep zonder nadere opheldering in den toestand te brengende Franschen kwamen slechts eenige K M. vooruit. In den loop van dien dag werd nog eens verbinding opgenomen met het Groote Hoofdkwartier om zich er van te vergewissen of de O L. instemde met het voorgenomen offensief van het 6de Leger Bij die gelegenheid werd van de zijde van de O. L ge wezen op de groote beteekenis van het resultaat van den eersten grooten slag, maar tevens medegedeeld, dat de O. L. de verant woordelijkheid voor het uitvoeren van de aan de in de Rijkslan den opereerende troepen opgedragen taak niet aan het Opper bevel van het 6de Leger wilde ontnemen m.a. w. het Opperbevel kreeg 'hans vrijheid van handelen. Nu was zeker, dat de aanval, waarvoor de O. L. blijkens de verklaring van Overste von Dommes het oogenblik nog niet gekomen achtte, uitgevoerd zou worden. De O. L. was van die aanvalsplannen op de hoogte, doch ver zette er zich verder niet tegen 628

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 8