8. OVERZICHT VAN DE BESPREKINGEN OVER DE DEFENSIE IN DE EERSTE BUITENGEWONE ZITTING VAN DEN VOLKSRAAD. Nu de volksraad wederom bijeen is ter behandeling van de begrooting voor het dienstjaar 1931 en bij de behandeling van de begrootingen voor Oorlog en Marine zonder twijfel verdere besprekingen zullen worden gewijd aan de z.g. uitwerking van de defensie grondslagen, heeft het wellicht nut een poging te wagen om voor de lezers van het I.M.T. in groote trekken een overzicht te geven van de eerste buitengewone volksraad-zitting, welke in het voorjaar bijeenkwam. Een ieder die bekend is met den omvang van de desbetreffende volksraad stukken, zal het duidelijk zijn, dat het moeilijk is om het behandelde in een kort bestek samen te vatten en daarbij alles volledig recht te doen weder varen. J1 im-' Vooropstellende dat, om een jui'st beeld te vormen van die besprekingen, de raadpleging van de volksraadstukken en van de handelingen, van dat college de meest aangewezen weg is, zal in het volgende getracht worden een zoo objectief, zoo beknopt en zoo overzichtelijk mogelijk uittreksel te geven van die bescheiden. Alvorens met het overzicht zelf een begin te maken moge tot leidi'ng der gedachten vooropgesteld worden dat men in dezen tegenover elkander zou kunnen stellen, eenerzijds de in den volksraad naar voren gebrachte i'nzich- ten of, als men wil, ernstig gemeende wenschen en anderzijds de in het bijzonder op uitvoerbaarheid (vooral uit financieel en organisatorisch oog punt) en noodzakelijkheid (vooral uit politiek, strategisch en volkenrechter- Iijk oogpunt) getoetste inzichten en voornemens van Regeering en Opper bestuur. De Regeeringszorg in deze gewesten is vooral de laatste jaren een veel- en steeds meer-omvattende, en veel fondsen opeischende, zorg geworden. Tal van groote belangen, welke qua urgentie moeilijk tegen elkaar zijn uit te wegen, vragen aandacht, personeel en geld. En zelfs als men het huidige, naar we hopen, tijdelijke, minder gunstige financieele aspect eens ter zijde stelt, moet men tot de conclusie komen dat de middelen algemeen ni'et toereikend zijn om aan alle behoeften op een allen bevredigende wijze tegemoet te komen. Men moet zich nu eenmaal in alles beperken, hetgeen in zooverre een gelukkige omstandigheid is, dat de prik kel blijft om binnen de gestelde perken het maximum nuttig effect na te streven. In verschillende toonaarden is dan ook in den Volksraad betoogd dat naar een zoo groot mogelijke efficiency dient te worden gestreefd en het mag wel als een gelukkige feit worden gememoreerd dat daartoe een ieder van ons, in welke functie hij ook is geplaatst, in ruime mate kan medewerken, ook dan wanneer men zich aangetrokken gevoeld tot de meening van hen, die in het openbaar-met name in den Volksraad te kennen gaven dat hetgeen de Regeering meent te kunnen geven te sober en niet zonder bedenkingen is. 706 t-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 92